Deze bijdrage is toegevoegd via AndereAchterhuizen.nl, waar verhalen van Joodse onderduikers in kaart worden gebracht.
Het leven van Donald de Marcas voor de onderduik
Donald was enig kind. Zijn vader Martijn had een vrij chique herenmodemagazijn in Leiden en was getrouwd met Olga Hes. Het was een liberaal Joods gezin maar toch werd thuis geen garnalen of varkensvlees gegeten. Vader ging zo nu en dan naar sjoel om minjan te maken. Tot het uitbreken van de oorlog ervoer Donald zijn jeugd als onbekommerd en zeer liefdevol.
Mijn slaapkamer in Leiden grensde aan die van hen. In de deur tussen onze kamers was een klein kijkraampje gemaakt, waardoor ik ze op de ochtend dat de oorlog uitbrak hoorde praten over het nieuws op de radio. Het was voor het eerst dat ik voelde dat wij als Joden apart stonden. De oorlog heeft mij tot Jood gemaakt. Heeft mij doen beseffen dat ik Jood ben, en wat de consequenties daarvan waren.
De oorlog werd zeer bedreigend toen vader Martijn zijn zaak kwijtraakte. Deze kwam in handen van een ‘verwalter’. Het gezin De Marcas moest het huis aan de Botermarkt verlaten en intrekken bij de familie Mok. Op een avond was er een overval en het gezin De Marcas werd naar station Hollands Spoor gebracht waar de trein naar Westerbork al klaar stond. Doordat vader Martijn kort daarvoor een functie had gekregen bij de Joodsche Raad in Leiden konden ze terugkeren naar huis.