Betje Wolff-Kats

Betje Wolff-Kats was onderwijzeres aan de Joodse Lagere en Uloschool te Zwolle in de schooljaren 1941/42 en 1942/43.
Bron: I. Vierstraete-Erdtsieck, 'Het Joodse onderwijs in Zwolle, 1941-1943', in: J. van Gelderen (red.), Fragmenten: Joods leven in Zwolle en omgeving. Kampen 1985, pag. 71.

Op 6 april 1943 werd bekend dat alle Joden, uitgezonderd de gemengd gehuwden en de zogenoemde half- en kwartjoden, Overijssel en Gelderland uiterlijk op 10 april moesten hebben verlaten. Op 8 en 9 april werden 92 Joodse Zwollenaren gedeporteerd. Betje Wolff-Kats is naar kamp Vught overgebracht.
Bron: Historisch Centrum Overijssel, Archief Provinciaal Bestuur, inv.nr. 8933.

Betje Kats was de weduwe van Aaron Wolff. Hij overleed in 1939.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 8422) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingelever…

Betje Kats is op 24 mei 1932 in Emmen getrouwd met Aaron Wolff, geboren op 17 december 1892 te Meppel. Zij woonden vanaf 24 mei 1932 in Zwolle in de Kamperstraat op nr. 14 waar Aaron  op 2 februari 1939 is overleden.

Voor Betje Wolff-Kats en Menno Wolff werden struikelstenen onthuld in de Kamperstraat in Zwolle. Harry Hes speelde als kind met Menno Wolff. Hij spreekt op 3 november voor de onthulling van de stenen woorden van herdenking bij Betje en Menno. Samen met Jaap Hagedoorn onthuld hij hun gedenkstenen in de Kamperstraat.

Toespraak Harry Hes bij de onthulling van Stolpersteine voor Betje Wolff-Kats en Menno Wolff voor de Kamperstraat 14 te Zwolle, 3 november 2017.

Op dinsdag 8 juni 1943 vertrok het door Guus Luijters met het getal 68 genummerde transport van Westerbork naar Sobibor. De trein telde 46 wagons met 3017 gedeporteerden, van wie 1145 kinderen. Dit is het zogenoemde kindertransport. Tot het transport beho…

Betje Wolff-Kats en haar zoontje Menno zouden na hun deportatie door derden zijn herkend in het district Lublin. Dit zou inhouden dat zij niet direct na hun aankomst in Sobibor zijn vergast. Helaas is hun daadwerkelijke sterfdatum niet bekend.