Biografie

Over Isaäc Mug en zijn vrouw Esther Brilleman.

Isaäc Mug, een zoon van Abraham Mug en Mietje van Gogh, was geboren in Rotterdam op 27 Maart 1888. Isaäc was doof geboren; op zijn gezinskaart is vermeld “doofstom”. Isaäc was voor zijn huwelijk werkzaam als bootwerker in Rotterdam. Ook heeft hij zijn geld verdiend als koopman.

Op 9 Augustus 1916 treedt Isaäc Mug in Amsterdam in het huwelijk met de eveneens dove Esther Brilleman, die daar geboren was als dochter van Mijer Brilleman en Schoontje Aandagt. Het echtpaar woonde toen in de Oostenburger Middenstraat 26 in Amsterdam en waar Isaäc toen als schoenmaker aan het werk ging.

Op 26 April 1917 verhuisden zij van Amsterdam naar Rotterdam, waar zij in de Mauritsstraat 27b kwamen te wonen, gelegen in het centrum van de stad. Ook in Rotterdam werkte Isaäc als schoenmaker om in het onderhoud van zijn gezin te voorzien.

Na enkele maanden, op 14 Augustus 1917 werd hun eerste kind geboren, dat was Abraham. Op 11 Augustus 1919 kwam hun tweede zoon, Meijer ter wereld en als laatste werd Mietje geboren op 19 Februari 1923.

Het gezin van Isaäc Mug heeft in Rotterdam op vele adressen gewoond: zij verhuisden tussen 1917 en 1936 een keer of tien naar andere woningen, totdat zij per 23 Juli 1936 werden ingeschreven op het adres Anna Paulownastraat 43a in Rotterdam, een zijstraat van de West-Kruiskade . Dat zou blijken ook hun laatst bekende adres in Nederland te zijn.

Hun kinderen woonden niet meer thuis; Abraham was in 1940 gehuwd en had een kind. Hun laatste adres in Rotterdam was de Doezastraat 29a. Meijer was getrouwd met een niet-Joodse vrouw met wie hij twee kinderen had. Hun adres was Piet Heinstraat 33 in Nijmegen. En Mietje woonde al sinds September 1936 in Santpoort-Zuid in Huize Dina, waar Joodse meisjes uit achterstandsmilieus een veilige en deugdzame opvoeding konden krijgen.

Ten tijde van de grootschalige razzia’s van begin October 1942, werd Esther Brilleman in Rotterdam opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij tussen 3 en 5 October werd binnengebracht. Haar man Isaäc Mug echter kwam "pas" een week later, op 13 October in Westerbork aan. Op 16 October werden zij toen beiden op transport gesteld naar Auschwitz en na aankomst aldaar op 19 October 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart van Isaäc Mug; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Isaäc Mug en Esther Brilleman en toevoegingen van bezoekers van de website.

Alle rechten voorbehouden