Aron de Bruin

In juli 1942 werd Aron de Bruin door de Leeuwarder politie opgehaald omdat hij "vlees buiten de bon" had gekocht bij de joodse slager. Hij kwam na twee dagen weer vrij omdat hij zijn 'misdaad' bekende. De politie haalde hem echter dezelfde dag weer op. Een paar dagen later kwam een politieagent langs bij de overgebleven familie De Bruin met een brief van Aron. Het was een afscheidsbrief uit Amersf…

In 1924 verhuisde de familie De Bruin van de Spanjaardslaan 12 naar de Paul Krügerstraat 39. Een broer van Aron, Jonas de Bruin, woonde met zijn gezin in de Peperstraat. Aron de Bruin en zijn echtgenote gaven hun kinderen een liberaal Joodse opvoeding. Op woensdagmiddag bezochten de kinderen de hebreeuwse les in de Joodse school. In de oorlog maakte Aron de Bruin een gat in het hok achter het huis…

Deze loelavhouder werd door de weduwe van Joseph de Bruin, Debora de Bruin-Italie, en de zonen uit het eerste huwelijk van haar echtgenoot, aan de synagoge geschonken, ter nagedachtenis aan hun man en vader die in 1926 overleed. Joseph de Bruin vervulde tijdens zijn leven vele bestuursfuncties binnen de joodse gemeenschap, vaak gericht op de activiteiten rond om het loofhuttenfeest. 

Aron de Bruin werd op 16 juli 1942 vanuit Amersfoort naar Auschwitz gedeporteerd. Bij aankomst daar is zijn nummer in zijn arm getatoeëerd: 48033.
Na de oorlog was de overlijdensdatum van Aron de Bruin niet bekend. Dus heeft de Nederlandse overheid deze vastgesteld op de laatste dag van het kwartaal waarin Aron de Bruin in Auschwitz aankwam: 30 september 1942
Inmiddels is zijn overlijdensdatum te vi…

Bertha ('Betty') de Bruin (1931) was de tweede dochter van Aron de Bruin. Max de Jong heeft het in zijn Dagboek (1947-1951) enkele malen over 'Bieneke de Bruin', voljoods en afkomstig uit Leeuwarden.

Zie ook: https://jadeboer.nl/BettydeBruinDl1.htm