Verhaal

Gezin Abraham Englander

Abraham Englander, zijn vrouw Rozettha (Roosje) Englander-Berkleij en hun zoon Aron Arend kwamen op 3 juli 1942 naar Amsterdam. Ze woonden op de Plantage Middenlaan 16 bovenhuis.
Op 1 oktober 1942 verhuisde het echtpaar Englander zonder hun zoon naar de Molenbeekstraat 2 I. Zij werden bij een razzia op straat op een namiddag weggevoerd.
Roosje had zwaar suikerziekte en was niet in staat haar eigen koffer te dragen. Ze werd daarom door een NSB'er geslagen. Haar buurman, Leo Haagen, bood aan haar bagage te dragen, wat door een Duitser werd toegestaan, die hem honend een jodenvrind noemde. Hij werd na spertijd door een SS'er op een motorfiets teruggebracht naar huis.
Abraham Englander en zijn vrouw Rozettha Englander-Berkleij zijn op 9 juni 1943 naar Duitsland gedeporteerd.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 36575) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.