Verhaal

De familie Auszenberg

Een vlucht in het ongewisse

De vier kinderen Auszenberg komen eind 1938, begin 1939 als vluchteling naar Nederland. Zij werden opgevangen in het Bondshuis van de NPB in Soesterberg. Eind 1939 worden de kinderen ondergebracht bij vier verschillende pleeggezinnen in Assen. Het oudste kind, Max Auszenberg, vertrekt op 22 april 1940 naar Amsterdam. Van hem ontbreekt verder elk spoor. De jongste drie kinderen zijn via kamp Westerbork naar Auschwitz (Josef) en Sobibor (Salla en Lotte) gedeporteerd en daar vermoord.

In het boek “In Memoriam”, de gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942 – 1945, heeft Guus Luijters geprobeerd om de vermoorde kinderen uit de anonimiteit van het grote getal te halen door ze hun naam terug te geven en daar waar mogelijk weer een gezicht te geven.Hun naam terug geven is gelukt, maar ten opzichte van het totaal aantal gedeporteerde kinderen is het slechts gedeeltelijk gelukt om ze ook, met behulp van een foto, hun gezicht terug te geven.Op 15 juli 1942 vond het eerste transport vanuit Nederland plaats. Op 13 september 1944 werd met transportnummer 102 het laatste transport uitgevoerd. In totaal zijn er negentienduizendachtenveertig kinderen gedeporteerd uit Nederland. Guus Luijters heeft het begrip kind gedefinieerd als iemand die nog geen achttien jaar was op het moment van deportatie.Ik ben in 1947 met mijn ouders in Amsterdam komen wonen. Ik was toen vier jaar. Wij woonden in de Rivierenbuurt, een buurt waar relatief veel joodse gezinnen hebben gewoond. De oorlog en alles wat daarbij hoorde, dus ook de deportaties, drukte een groot stempel op deze buurt. Het gevoel wat daarbij hoorde ging pas veranderen aan het eind van de jaren vijftig. Toen werd alles weer bespreekbaar. Daarvoor werd er niet over gesproken.Ik lees per transport alle namen, adressen en leeftijden van de gedeporteerde kinderen. Vervolgens kijk ik naar de bijbehorende foto’s. De namen die bij de foto’s staan zoek ik dan weer op tussen de namen van het transport. Bij transport 52 staat een foto van Salla en Lotte Auszenberg, vergezeld door hun broer en hun broertje Josef. In de lijst van het transport 52 staan de beide zussen vermeld, echter met twee verschillende adressen!Ik wist zo goed als zeker dat ik de foto van de kinderen Auszenberg al eerder gezien had. Ik ben toen terug gaan zoeken. Bij transport 30 vond ik dezelfde foto terug. In de lijst van het transport 30 staat Josef Auszenberg vermeld. Bij hem vond ik ook een ander adres! Van de oudere broer die op de foto staat heb ik op de transportlijsten niets terug kunnen vinden. Dit alles was voor mij reden genoeg om op zoek te gaan naar het verhaal achter de kinderen Auszenberg.
Ede, oktober 2012Dirk Veenhuizen

De familie Auszenberg
Tijdens de pogromnacht van 9 op 10 november 1938 - ook wel Reichskristallnacht genoemd - werden in heel Duitsland joden aangevallen, vermoord of tot zelfmoord aangezet. Er werden synagogen in brand gestoken en joodse winkels, woningen en begraafplaatsen vernield. In de daarop volgende dagen werden ongeveer 30.000 joden in concentratiekampen opgesloten.
De familie Auszenberg, vader Nathan Auszenberg, moeder Erna Auszenberg-Sternlicht en hun vier kinderen Max, Salla, Lotte en Josef, woonden ten tijde van deze verschrikkelijke gebeurtenis in Keulen. Vader Auszenberg was slager en heeft waarschijnlijk meegemaakt dat zijn winkel vernield werd. De ouders hebben toen besloten om hun kinderen naar Nederland te sturen, waar zij gevrijwaard zouden blijven van geweld tegen joden.
In december 1938, dus kort na de Reichskristallnacht, is Salla met haar broertje Josef naar Nederland gekomen. Beiden kwamen terecht in Bondshuis van de Nederlandse Protestanten Bond, Amersfoortscheweg 91 te Soesterberg. Dit Bondshuis was één van de locaties die de Nederlandse regering had aangewezen als opvangkamp voor Joodse vluchtelingen.
Enkele maanden later volgde hun zusje Lotte hen ook, samen met hun oudste broer Max, die uiteindelijk de oorlog als enige van de kinderen zou overleven. Eind 1939 gingen de kinderen naar verschillende pleeggezinnen. Salla, Lotte, Josef en Max kwamen op verschillende adressen in Assen terecht. De ouders van de kinderen waren in Keulen achtergebleven en wisten uiteindelijk naar Engeland te ontkomen, waar ze de oorlog overleefden. 1)

Josef Auszenberg, geboren in Keulen op 23 augustus 1933 kwam als zesjarige in een pleeggezin in de Groningerdwarsstraat 6 in Assen. In het pleeggezin van de familie H. van Zuiden.

Lotte Auszenberg, geboren in Keulen op 23 december 1931 was bijna acht jaar toen ze werd opgenomen in het pleeggezin van de familie Nieweg op het adres Het Kanaal 15 in Assen

Salla Auszenberg, geboren in Keulen op 10 augustus 1929 was tien jaar toen ze werd opgenomen in het pleeggezin van de familie Elshof op het adres Rolderstraat 25 in Assen.

Max Auszenberg, geboren in Keulen op 29 april 1928 werd als elfjarige opgenomen in een pleeggezin in de Paul Krugerstraat 8 in Assen. De naam van het pleeggezin is (nog) niet bekend.

De pleegadressen van de kinderen Auszenberg liggen hemelsbreed slechts een paar honderd meter bij elkaar vandaan. Of zij elkaar regelmatig hebben gezien tussen eind 1939 en oktober 1942 is niet bekend. Wellicht op school? Er was een joodse lagere school inAssen. De school stond achter de Synagoge aan de Rolderstraat 7 Speelden zij op straat en hadden zij vriendjes en vriendinnetjes? Zouden er nu nog Assenaren zijn die de kinderen Auszenberg gekend hebben?

Max Auszenberg vertrekt in april 1940 van Assen naar de Valckenierstraat 11 in Amsterdam. In de Asser Courant van maandag 22-04-1940 staat dit vermeld. Hij wordt ingeschreven op het adres Valckenierstraat 11, 2 hoog

Waarom hij alleen, zonder zijn twee zussen en zijn jongere broertje, naar Amsterdam is gegaan is niet duidelijk. Op de geschiedenis van Max Auszenberg kom ik verder in dit verhaal terug.

Op vrijdagavond 2 oktober 1942 zijn de meer dan vijfhonderd joodse Assenaren weggevoerd. Zij werden verzameld in en rond de toenmalige Noordersingelschool, gelegen op een plek achter waar nu het huidige stadhuis van Assen staat. Asser joden moesten zich bij deze school melden en werden vandaar naar Westerbork overgebracht. Van daaruit werden ze naar de vernietigingskampen Auschwitsch en Sobibor getransporteerd om op een vijftigtal na, nooit meer terug te keren.

Op een plaats die het meest nabij is waar eens de Noordersingelschool stond, onthulde burgemeester Sicko Heldoorn zondagmiddag 30 september 2012 een plaquette die aan de wegvoering van de meer dan 500 joodse inwoners van de stad moet herinneren.

Josef, Sala en Lotte Auszenberg worden dus ook afgevoerd naar Westerbork. Hoe het hen daar vergaan is, is niet bekend. Voor kinderen werd er wel veel georganiseerd in het kamp. De twee zussen en hun broertje zullen elkaar daar ook nog wel regelmatig hebben gezien. Daar kwam een eind aan toen Josef op de transportlijst kwam te staan van het transportnummer 30, van 23 oktober 1942.

Het transport bestond uit 988 gedeporteerden, van wie 167 kinderen. De trein telde 25 wagons. In één van die wagons heeft Josef gezeten tussen voor hem vreemde volwassenen en kinderen. Het is te hopen dat iemand van zijn medereizigers dit jongetje onder zijn of haar hoede heeft genomen. Op 26 oktober 1942 komt de trein in Auschwitz aan. Na selectie worden 21 mannen en 32 vrouwen toegelaten tot het kamp. De resterende 935 mensen, waaronder Josef Auszenberg, worden vermoord in de gaskamers.

Voor Lotte en Salla kwam op 2 maart 1943 een einde aan hun verblijf in Westerbork. Zij kwamen beide op de transportlijst te staan van transportnummer 52, van 2 maart 1943. Het transport bestond uit 1105 gedeporteerden, van wie 149 kinderen. De trein telde 24 wagons. Ik denk dat de twee zusjes hun laatste reis samen in dezelfde wagon hebben doorgebracht. Zij zullen elkaar niet hebben losgelaten. De trein kwam op 5 maart in Sobibor aan. Kort na de aankomst zijn alle gedeporteerden, waaronder Salla en Lotte Auszenberg, vermoord in de gaskamers.

Max heeft dit alles niet hoeven meemaken. Hij wordt , zoals we al hebben kunnen lezen, ingeschreven op het adres Valckenierstraat 11, 2 hoog. Hij is dan inwonend bij het gezinshoofd Berl Sternlicht. Het gezin bestaat dan uit drie mannen en één vrouw. Dit moet gezien de achternaam Sternlicht, familie van zijn moeder zijn. Uit de gegevens die op de woningkaart staan blijkt dat het gaat om een broer en een zuster Sternlicht.

De familie Sternlicht is volgens de aantekeningen op deze woningkaart op 31-01-1941 vertrokken naar Gr. Brittannië.
Navraag bij het het Gemeente Archief in Amsterdam leerde mij het volgende: de afkorting v.o.w. betekent Vertrokken, Onbekend, Waarheen. Dus op 13-12-1940 is Max met onbekende bestemming vertrokken van de Valckenierstraat naar?

Op de woningkaart van de familie Sternlicht staat vertrokken naar Gr.t Brittannië met de datum 31-01-41. Hoe dit mogelijk is, een familie die begin 1941 naar Engeland vertrekt en een jongen van twaalf die helemaal alleen op 13 december 1940 is vertrokken, is mij nog niet duidelijk. Ik ga dit zeker nog verder uitzoeken.

In het bezit van het Joods Historisch Museum (JHM) zijn drie fotoalbumbladen met 17 foto’s van het Joods Vluchtelingenkamp van de Nederlandse Protestanten Bond in Soesterberg, in de periode juni-juli 1939. De eerste foto die ik gebruikt heb was de foto die ook voorkomt in het boek “In Memoriam” van Guus Luijters. Op de site van het JHM staan bij deze foto ook de namen vermeld van de kinderen Auszenberg. Ik heb alle foto’s nauwkeurig bekeken en ben tot de conclusie gekomen dat de kinderen, alleen of gezamenlijk, op nog meer foto's te zien zijn.

Alle rechten voorbehouden