Artefact

Nieuwe Bosscheweg 94

5 mei, 10.00, 11.00 en 13.00 uur

Door: Jardena Gil

Op Nieuwe Bosscheweg 94 woonde het gezin Roos. Mieke-Nelie van der Heijden vertelt hun geschiedenis van immigratie naar Nederland, onderduik, arrestatie en deportatie.

bron: Rijks HBS Willem II Tilburg Door: Jardena Gil
Alle rechten voorbehouden

Het gezin Roos

Fritz en Elisabeth Roos kwamen met hun kinderen Bernd en Anita in september 1933 vanuit Wuppertal naar Tilburg.

Fritz Roos richtte de Brabantsche Tricotagefabriek op, met financiële middelen van zijn broer Julius Roos. In 1939 verkocht Julius de Brabantsche Tricotagefabriek en emigreerde naar Canada, Fritz bleef directeur van de Brabantsche Tricotagefabriek tot november 1942.

Omdat Fritz Roos functionaris was van de Nederlandse Israëlitische Gemeente Tilburg werd zijn gezin ‘gesperrt’. Op 24 februari 1943 dook het gezin alsnog onder, samen met schoonmoeder Sofie Culp-Fränkel. Zij werden op 2 augustus 1944 in de woning Sjef van Bebber gearresteerd.

Op 3 september 1944 werde zijn vanuit Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz. Fritz, Elisabeth en Sofie kwamen op 9 september 1944 om in Auschwitz. Bernd kwam op onbekende datum om ergens in Polen. Anita overleefde als enige de concentratiekampen. Zij schreef later het boek `Als ik Hitler maar kan overleven'. Het boek begint op 2 augustus 1944, op de avond dat zij met haar familie wordt opgepakt.

Mieke-Nelie is lid van de werkgroep Joodse Tilburgers. Zij heeft zich voornamelijk verdiept in het gezin Gersons.

Alle rechten voorbehouden

Media bestand