Vóór de oorlog waren er drie broers Hijmans: Jacob Bernard, de stichter en eigenaar van de Haagse fotozaak Hafo, die vermoord is in Bergen-Belsen; Maurits, echtgenoot van Anna Paulina, die een kunsthandel had in Soerabaja en door de Japanners is onthoofd; en Isaac Bernard, die op de Schenkkade woonde en een tweeling had: Bernard en Davy. Vader Isaac dook tijdens de oorlog onder bij een tante in Brussel. Het imperium van de familie bestond in de jaren dertig uit een aantal winkels, respectievelijk in de Wagenstraat 67-67a, de Laan van Nieuw Oost Indië 111, de Fahrenheitstraat 555, de Badhuistraat 89/91 in Scheveningen - en een groothandel in de Muzenstraat. Ze deden veel zaken met partners in Duitsland, dus konden zich niet voorstellen dat het echt mis kon gaan. Er viel toch te rekenen op hun bevriende zakenrelaties? Dat bleek uiteindelijk een misvatting. Een deel van de familie kwam aan zijn einde in de Duitse vernietigingskampen, een ander deel overleefde dankzij een onderduik.
In de fotozaak Hafo zal over de lotgevallen van de verschillende familietakken worden verhaald door de enige nog levende nazaat van de familie: Bernard Hijmans.