Mary Goubitz

Jan van Rongen:
In de Engelse vertaling wordt de niet-Joodse winkelbediende aangeduid als een hij, maar dat is onjuist, het was mijn moeder. Ze was net 21. De constructie is al eind 1940, begin 1941 bedacht en uitgevoerd. Mijn vader werd pas later deelgenoot van het complot. In het begin regelde mijn moeder alles, zoals de overdracht van de winkel op haar naam.
Mijn ouders hebben ook diverse (ander…

De familie Goubitz verhuisde kort voor de oorlog naar Schiedam, Rembrandtlaan 83b. Daar begonnen zij een winkel in herenconfectiekleding: Hollandsch Kledinghuis. Goubitz was eigenaar, filiaalhouder van het Amsterdams grootwinkelbedrijf de NV Nederlandsche Kleedingmaatschappij.
Toen de winkel onder de Duitse bezetting in gevaar kwam, werd de volgende constructie bedacht. Er kwam een niet-joodse wi…

Een precisering in het verhaal over Mary Goubitz (en haar ouders): de inval in het Utrechts Diakonesenhuis vond plaats 14 april 1944 (exacter dan 'in april of mei'). De neef die zorgde voor het onderduikadres bij de Hoefslag was Jan Goubitz (1906-1945), die wegens verzetsactiviteiten eind 1944 zou worden gearresteerd en die vlak voor het einde van de oorlog zou worden gefusilleerd. Zijn broer Ab z…