Jacob Benninga

A note in the file on the M-claims states that Jacob Benninga died on 23 July 1940.
In July 1940, two obituaries were placed in the Nieuw Israëlietisch Weekblad for Jacob Benninga. One notice was placed by direction and governors of Benninga's Frisian Margarine factory N.V., of which Jacob Benninga was a governor. The factory was based in Leeuwarden.
Amsterdam municipal archive, Records Jokos, M…

In addition, a Jokos file (number 9698) on this family is at the Amsterdam Municipal Archive. Access is subject to authorization from the Stichting Joods Maatschappelijk Werk.The Jokos file reveals that a claim was lodged for compensation for valuables surrendered to the Lippmann-Rosenthal looting bank (L-claim, number 727/16688).

Jacob ‘Jaap’ Benninga vluchtte samen met zijn gezin en andere familieleden in de meidagen van 1940 naar IJmuiden, om vandaar naar Engeland over te steken. De vluchtpoging mislukte. Dat drukte zwaar op Jaap. Door wanhoop overmand pleegde hij uiteindelijk twee maanden na de capitulatie zelfmoord.
Bron: Benno Benninga, Ondergedoken: met de angst van verraad (z.p. 2010) 20-21.

Vlak vóór de oorlog komt Jacob Benninga vanuit Engeland, waar hij directeur is van twee margarinefabrieken, naar Nederland om zijn gezin op te halen. Zijn vrouw en dochters zien de ernst van de situatie niet in en aarzelen te lang. De Duitse inval in mei 1940 maakt een oversteek naar Engeland onmogelijk. Twee maanden later pleegt Jacob zelfmoord in zijn zomerhuis aan de kust.
Auke Zeldenrust, De J…