Verhaal

Periode 1942-43

Aanhouding door Groep X (Rotterdamse Politie) op beschuldiging van “handel en vervalsing van persoonsbewijzen”.

Door: Constant
Florence Durivou (22 jaar, beroep kelner) is deels van Joodse afkomst (twee Joodse grootouders) en vrijgesteld van deportatie. Echter vrijgestelden van deportatie lopen grote risico's op vervolging en deportatie als zij worden verdacht van het helpen van Joodse familieleden en vrienden.
Op 5 november 1942 wordt Florence aangehouden door de beruchte Groep X van de Rotterdamse Politie op beschuldiging van “handel en vervalsing van persoonsbewijzen”.  Zijn zaak is in behandeling bij de Sicherheitsdienst-afdeling IV B (Joodse Zaken), deze afdeling in combinatie met de genoemde reden van aanhouding zou de verdenking daarmee zijn dat Florence de valse persoonsbewijzen aan Joodse personen zou hebben verstrekt. 
Florence wordt eerst gedeporteerd op 28 november 1942 naar Strafkamp Amersfoort, daarna Concentratiekamp Vught en op 31 maart 1943 via een 'straftransport' naar Kamp Westerbork (strafbarak 57).
Tijdens zijn verblijf in Westerbork probeert Florence aan deportatie te ontkomen. Op de archiefkaarten van de Joodse Raad is te lezen hoe Florence middels een uitgebreid stamboomonderzoek (alle 8 overgrootouders) in begin april 1943 kan bewijzen dat hij twee Joodse grootouders en een katholieke vader heeft. Normaliter is deze uitkomst van het uitgebreide stamboomonderzoek voldoende bewijs om te worden vrijgesteld  van deportatie, maar de beschuldigingen van hulp aan Joden worden ook bij Florence zwaar gestraft.  Stichting Sobibor heeft als aantekening dat Florence als 'gestrafte' is gedeporteerd. 
Florence Durivou is op 9 april 1943 vermoord in Sobibor.  
Zijn moeder Eva Mendel overleeft de oorlog en in oktober 1945 plaatst zij een bezorgde oproep in de krant (zie afbeelding op deze website). 
Bronnen:
- Stadsarchief Rotterdam (arrestantenadministratie Politie Rotterdam)
- Oorlogsbronnen.nl