Biografie

Het lot van Lena Barend, haar man Joseph Polak en hun zoontje Aron.

Lena Barend was een dochter van Gerrit Barend en Heintje Visser. Zij was in Amsterdam op 13 April 1909 geboren en trouwde daar op 20 November 1940 met Joseph Polak die was geboren op 13 September 1915 in Amsterdam als zoon van Aron Polak en Rosette van Straten.  Joseph en Lena kregen op 8 September 1941 een zoon, Aron.

Op hun huwelijksdag in November 1940 werden bruid en bruidegom geflankeerd door twee bruidsmeisjes: de 12-jarige Jettie Barend, dochter van Lena’s oudste broer Barend die met Sara Premselaar was gehuwd, en door Trijntje Polak-Cohen (Hetty), de toen nog verloofde van Joseph’s broer Benjamin Aron Polak die in Juni 1941 met Hetty zou gaan trouwen.

Joseph Polak was kantoorbediende van beroep, reiziger en was actief in inkoop en verkoop van goud en zilver, net als zijn broer. Tot aan zijn huwelijk woonde hij thuis bij zijn ouders in de Swammerdamstraat 16 II.  

Lena, die voor haar huwelijk werkte als fabrieksarbeidster, was heel close met haar jongere zuster Marianne, die op 10 Februari 1936 trouwde met Marcus van Spier. Na hun huwelijk betrokken zij een woning op de Kamerling Onnesweg 64 in Hilversum en een half jaar later, op 14 October 1936 trok Lena bij hen in. Zij bleef in Hilversum tot 7 Juli 1938 en keerde toen weer terug naar haar ouderlijk huis in de President Brandstraat 11 II in Amsterdam.

Nadat Lena en Joseph in November 1940 waren getrouwd, trokken zij opnieuw naar Hilversum maar keerden al weer terug op 14 Januari 1941 naar de President Brandstraat 11 II, waar haar vader Gerrit Barend nog woonden en óók nog de ongehuwde zoon van Gerrit, Bernard Barend. 

Maar toen Gerrit Barend op 30 Augustus 1941 verhuisde naar zijn dochter Elisabeth Beesemer-Barend die met haar twee kinderen in de President Brandstraat 56 II woonde, vertrokken Lena en haar man Joseph Polak naar een eigen woning in de Swammerdamstraat 7 II en de ongehuwde Bernard Barend verhuisde met hen mee. Later kwamen daar óók nog de ouders van Joseph Polak inwonen, Aron Polak en Rosette van Straten.

Uit de documentatie van de Joodse Raad Cartotheek blijkt dat Joseph Polak, zijn vrouw Lena Barend en hun zoontje Aron op 21 Juli 1942 een oproep ontvangen hadden om zich te melden voor de z.g. werkverruiming in Duitsland. Zij zouden met één van de eerstvolgende transporten worden gedeporteerd naar Auschwitz.

Mogelijk wegens het feit dat Joseph Polak bekend was met de in- en verkoop van goud en zilver, werd het gezin Polak “teruggesteld” (uitstel) van deportatie  in Juli 1942 en vermoedelijk een tweede uitstel tot 14 November 1942, de datum waarop zij opnieuw in Westerbork geregistreerd zouden worden. Echter nadat Joseph Polak daarna in de Swammerdamstraat op een nacht van zijn bed gelicht geworden is (om ons onbekende redenen) en als gevolg daarvan werd afgevoerd naar Westerbork, besloot Lena Barend toen om met haar zoontje Aron, die toen net 1 jaar oud was, te gaan onder duiken.

Zij verbleven op diverse adressen in de stad en omdat de baby steeds huilde en niet stil te krijgen was, werd het er ook niet veiliger op en volgde weer een ander adres. Uiteindelijk kwamen zij bij haar zuster Mietje in huis, die gemengd gehuwd was met Adriaan (Arie) van der Meer.

Echter de spanning in huis werd steeds groter, eigenlijk te groot. Angst en onzekerheid maakten dat Mietje’s echtgenoot op een gegeven moment zei: “wij gaan er allemaal aan”, wat voor Lena eigenlijk het moment was om zich met haar zoontje Aron vrijwillig in Westerbork te melden met de gedachte “mijn man heeft daar een baantje, dus zal het wel goed zijn”. Hij had verstand van goud en zilver en moest daar in beslag genomen sieraden sorteren. 

Voor zover kon worden nagegaan van de registratiekaarten uit de Joodse Raad cartotheek, was Joseph Polak op 14 November 1942 al in Westerbork. Hij heeft vanuit kamp Westerbork nog een briefkaart geschreven naar zijn zwager A. van der Meer waarin hij onder andere schrijft dat “als jullie iets van Lena horen, schrijf mij dan direct”.

Lena heeft zich uiteindelijk op 27 Februari 1943 vrijwillig met haar zoontje Aron in Westerbork gemeld. Zij verbleven in barak 72 en op 1 Maart werd ook Joseph in die barak onder gebracht. Op 23 Maart 1943 werd het gezin Polak gedeporteerd naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 26 Maart 1943 onmiddellijk in de gaskamers daar vermoord.

Bronnen o.a. Het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Gerrit Barend en Aron Polak, archiefkaarten van Joseph Polak en Lena Barend; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten Joseph Polak, Lena Polak-Barend en Aron Polak (1941); info van Raymund Schütz en zijn publicatie “Vermoedelijk op Transport blz.65; website Het geheugen van Oost/Geen afscheid en verhalen van nog in leven zijnde nabestaanden van de familie.

Alle rechten voorbehouden