Verhaal

Dappere verpleegster, bleef verweesd achter

Brieven van Nan Schrijver kort na de Bevrijding naar haar familieleden in Amerika

Door: Jan

In two letters to her American relatives, dated summer 1945, Nan who just returned from her hiding place in Friesland, describes all that had happened to her family during the war. Also they depict the atmosphere in post-war Amsterdam, especially as perceived by a survivor.

Nan (Nannette Julie) Schrijver, geboren 1900 in Joods diamantslijpers-gezin van 5 kinderen, ongehuwd, wijkverpleegster, werkte voor de oorlog in Engeland, ondergedoken in Friesland in Leeuwarden, heeft daar o.m. geallieerde piloten verzorgd. Is vrijzinnig protestant geworden. Werkte na de oorlog in de zuigelingenzorg te Amsterdam. Woonde in Nieuw West (Burg De Vlugtlaan). Overleed in 1982. Was echt familiemens. Traît d’union tussen familieleden, die onderling weinig contact hadden, zelfs de nazaten van broers Hijman en Louis die in dezelfde periode in de VS woonden.

In deze brieven beschrijft Nan, teruggekeerd van de onderduik in Amsterdam, wat er allemaal was gebeurd met haar familie in de oorlog. Ook geeft dit een goed beeld van de sfeer in Amsterdam en van de gevoelens van een overlevende.

Al die jaren hebben haar brieven alsmede enkele ontroerende afscheidsbriefjes van verwanten die in de kampen omkwamen in de spreekwoordelijke schoenendoos in New York gelegen, totdat ze in 2017 bij een opruimactie van familie boven water kwamen. Tijdens een reis naar Europa hebben ze dit bijzondere materiaal in mei 2018 overgedragen aan het NIOD. 

Het bijzondere van deze brieven is dat in twee stappen, één kortere direct na aankomst in de stad en een heel lange brief een maand later, de hele geschiedenis wordt opgesomd, en wel met niet mis te verstane details. Ook geeft het de ontredderde gevoelens weer van mensen die uit de onderduik terugkomen in de stad, waar niets meer is. Geen huis, nauwelijks eten, weinig te koop. Maar vooral alle familie en vrienden verdwenen. Een citaat als voorproefje:

“Amsterdam is een groote rotzooi een bende, ongeorganiseerd, misschien komt dat nog, verarmd en kaal. Kun jullie de de Willemsparkweg voorstellen zonder boomen? En zoo is alles hier vreemd en akelig.”

De bijgevoegde stamboom toont de relatie tot de steller dezes en tot de personen die in de brieven worden genoemd. Andere annotaties om de genoemde personen toe te lichten heb ik in de vorm van voetnoten toegevoegd. 
De eerste brief is vrijwel meteen na haar terugkeer uit de onderduik geschreven, begin Juli 1945. Een kort levensteken, haastig geschreven, lijkt het wel. Alles is nog te vers voor een rustige terugblik. Daar neemt ze een maand later, in augustus twee dagen de tijd voor, om alle rampspoed van de afgelopen jaren systematisch te beschrijven. Deze jammerlijke opsomming wordt afgesloten met haar eigen situatie en vervreemde gevoelens op dit moment terug in Amsterdam. 

Om de authenticiteit te bewaren is in de eerste bijlage de brieven volledig opgenomen, behalve enkele kleine niet ter zake doende uitweidingen. Ook is niets veranderd aan de oude spelling, woordgebruik en interpunctie, ook al zouden we die nu vaak anders gebruiken.