Anna Mok, dochter van Isaak Aron Mok en Jeannette Natkiel, trouwde op 17 Januari 1907 in Amsterdam met Eliazer Morpurgo, geboren in 1880 te Amsterdam als zoon van Abraham Morpurgo en Rachel Morpurgo. Van Anna’s zeven broers en zussen is alleen haar broer Joseph al in 1923 overleden en op de Joodse Begraafplaats in Diemen begraven. Zij zelf, Roosje (1869), Hendrika (1872), Rebecca (1874), Elisabeth (1878), Joseph (1880), Aäron (1882) en Sara (1886) zijn in de Sjoa vermoord
Ook Eliazer Morpurgo werd geboren in een groot gezin. Zes van zijn broers en zussen zijn tijdens de Holocaust vermoord, t.w. Jacob (1876), Esther (1878), Sara (1882), Mozes (1884), Joseph (1887) en Rebecca Morpurgo (1889).
Anna’s echtgenoot, Eliazer Morpurgo dreef een winkel in manufacturen. Na hun huwelijk woonden zij op de Oude Schans 57 en verhuisden nog drie keer voordat zij op 29 Mei 1934 op het Oosterpark 10 I terecht kwamen. Daar woonde het gezin Morpurgo-Mok totdat zij in 1943 vandaar werden weggehaald.
Het echtpaar Morpurgo-Mok kreeg vier kinderen, t.w. Jeannette, Rachel, Abraham en Rosa. Rachel trouwde op 17 Juli 1940 met Levie Sarlui, een zoon van Hijman Sarlui en Ester Kool. Zij hadden geen kinderen en zijn beiden op 9 Juli 1943 in Sobibor vermoord.
Hun zoon Abraham trouwde op 19 Mei 1937 in Amsterdam met Greta Dingsdag, een dochter van Gerrit Dingsdag en Naatje Kool. In 1939 kregen zij een dochter die de Holocaust heeft overleefd. Zij zelf werden op 14 September 1943 naar Auschwitz gedeporteerd, waar Greta bij aankomst op 17 September 1943 werd vermoord en Abraham na maanden dwangarbeid op 8 Januari 1944 om het leven is gekomen.
Hun dochters Jeannette en Rosa, beiden ongehuwd, werden in de nacht van 8/9 April 1943 naar het concentratiekamp Vught gezonden van waar zij 17 Juli naar Westerbork werden doorgestuurd. Op 20 Juli werden beiden naar Sobibor gedeporteerd waar zij op 23 Juli 1943 werden vermoord.
Eliazer Morpurgo werd op 3 April 1943 in Westerbork geregistreerd en verbleef daar in barak 63. Uit aantekeningen die op zijn registratiekaart van de Joodse Raad geschreven zijn, is af te leiden dat Eliazer diezelfde dag begonnen is met pogingen om aan deportatie van hem zelf en van zijn vrouw Anna Mok te ontkomen: Hij zou een Callmeyer stempel hebben en een verzoek bij Callmeyer hebben ingediend, waarvan op 19 April opnieuw een kopie werd ingestuurd met de datum van indiening door Mr. Goldstein, waarop het antwoord kwam “dat op de in het exposé genoemde gronden niets te bereiken was omdat het verzoek was ingediend op grond van een Callmeyer stempel”.
Eliazer Morpurgo had aan een van zijn dochters die in Vught ingesloten waren, fl. 10,- per postwissel gestuurd, die zij niet ontvangen had. Zij had voor ontvangst getekend maar ontving geen geld. “Van terugbetaling kon volgens de kampafdeling geen sprake zijn”. Alleen het bewijs van storting werd hem retour gestuurd.
Eliazer en Anna zijn voor de Joodse Raad werkzaam geweest bij de voedselbereiding in Westzaan, hebben uit eigen middelen een drinkkruik en etensborden betaald maar hebben van de Expo daarvoor niets terugbetaald gekregen. “De zaak was te oud was en kon niet meer in behandeling genomen worden”.
Uiteindelijk zijn alle pogingen op niets uitgelopen en zijn Eliazer Morpurgo en zijn vrouw Anna Mok op 16 November 1943 naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij bij aankomst aldaar op 19 November 1943 onmiddellijk zijn vermoord
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Anna Mok, Eliazer Morpurgo en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Eliazer Morpurgo, Anna Morpurgo-Mok, Jeannette Morpurgo, Rosa Morpurgo, Rachel Sarlui-Morpurgo, Levie Sarlui en Abraham Morpurgo, (e.v. Greta Dingsdag).