Verhaal

Door: Corrie

Jaap (Jacob) ging van 26 januari 1925 tot eind juli 1935 naar de Amsterdamse dovenschool.

In 1935 verliet Jaap de dovenschool en werd hij geplaatst bij een particulier patroon-meubelmaker. Jacob was leerling-meubelmaker. Toch staat er ook vermeld dat hij in juli 1935 – net als zijn vader – in de vruchtenhandel zat.

In 1937 staat nog vermeld dat hij het goed deed op de avondschool van Patrimonium.

Volgens de gegevens van de school was zijn vader straatventer van beroep.

De laatste notitie bij de naam van Jacob is “Overleden”.

Ooggetuigen vertellen dat Jacob (Jaap) een keurige, nette man was. Hij werd gezien op het Rokin en was geheel in pak gekleed. Maar hij keek wel schichtig om zich heen. want hij mocht daar eigenlijk niet zijn. Als Jood moest hij in de Joodse wijk blijven.