Verhaal

Sophie van Gilse

Wie was zij en waarom is zij opgenomen in het Joods Monument? Zij staat vermeld zonder enige familierelatie. Volgens het slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting nam zij deel aan het verzet. Haar vader was prof. dr. Peter Heinrich Gerhard van Gilse, hoogleraar keel-, neus- en oorheelkunde aan de universiteit van Leiden. Haar moeder heette Julia van West en was kinderarts. In het Joods Monument komt die achternaam veelvuldig voor. Waarschijnlijk was zij verwant aan één of meer van deze mensen. Het gezin had drie kinderen.
Sophie van Gilse was in december 1939 weer in Leiden komen wonen bij haar ouders. Zij was lerares Nederlands. Samen met collega Anna Oosterlee, die ook in Leiden woonde, zorgde ze onder andere voor ondergedoken Joodse leerlingen en hun ouders. Het is mij niet bekend op welke school Sophie les gaf. Anna Oosterlee werd in oktober 1940 aangesteld als lerares Frans aan de HBS voor meisjes aan de Garenmarkt.
Enkele van deze onderduikers verbleven bij Anna Oosterlee thuis aan de Rijn en Schiekade op nummer 1. Twee namen zijn er bekend. Elly Boässon was ondergedoken van augustus 1942 tot aan de bevrijding [zie Gezin Weduwe Boässon-Cohen]. Later kwam daar nog Mia Mendelson bij [zie Gezin Emanuel Mendelson]. Anna Oosterlee kreeg de Israëlische onderscheiding van Yad Vashem.
Na de oorlog bleef Sophia lange tijd vermist. Pas in 1950 kwam een officiële verklaring van overlijden. Ze werd ingeschreven in het overlijdensegister van de gemeente Leiden van dat jaar onder nummer 1054. Uit een aantekening in de marge blijkt, dat zij doopsgezind was. Peter van Gilse was geboren in Oost-Friesland als zoon van een doopsgezinde predikant. Voor en tijdens de oorlog was hij voorzitter van de kerkenraad van de Leidse Doopsgezinde Gemeente. In 1951 ging hij met emeritaat.

Alle rechten voorbehouden