Abraham Elzas was een zoon van Mozes Elzas en Naatje Peperwortel. Hij was geboren op 13 Juli 1908 in Amsterdam en trouwde daar als 21-jarige op de 9e October 1929 met de 20-jarige Rebecca de Swarte, die op 8 April 1909 in Amsterdam werd geboren uit het eerste huwelijk van Hijman de Swarte en Louise van Dal. Vóórdat Rebecca huwde met Abraham Elzas, verbleef zij met haar ouders en broer Isaac ook nog enige tijd in Antwerpen. Abraham Elzas en Rebecca de Swarte kregen zes kinderen, t.w. Ruben in 1930, Maurice in 1932, Louise in 1935, Hijman in 1937, Levie in 1938 en als laatste werd nog in 1942 hun dochter Elly geboren.
Abraham Elzas begon zijn werkzame leven als huidenzouter. Vervolgens werd hij pakhuisknecht en later was hij werkman en werd hij boorder (metaalbewerker) bij een scheepvaartmaatschappij. Abraham en Rebecca woonden vanaf hun huwelijk in 1929 op talloze adressen in Amsterdam. Zij verbleven zeker op 20 verschillende adressen in de stad, vóórdat zij op 20 Juni 1940 woonruimte hadden in de Tweede Oosterparkstraat 91 II in Amsterdam-Oost maar verhuisden nogmaals op 25 September 1941 naar de Kleine Wittenburgerstraat 37 II, gelegen in het Oostelijk deel van het centrum van Amsterdam.
Op 20 Maart 1942 werd Abraham Elzas opgeroepen voor de z.g. werkverruiming in één van de Joodse werkkampen in Noord Nederland en hij kwam terecht in kamp Vledder. In de nacht van 2 op 3 October werd het kamp geliquideerd door de Duitsers en werden alle Joodse dwangarbeiders afgevoerd naar Westerbork.
Op 5 October werd Abraham Elzas in Westerbork geregistreerd en in het kader van de zogenaamde “gezinshereniging” werd ook zijn gezin opgeroepen om zich te melden in Westerbork. Rebecca Elzas-de Swarte en haar zes kinderen werden op 13 October 1942 in Westerbork geregistreerd en op 16 October ging het hele gezin Elzas op transport naar Auschwitz.
Na een tussenstop in Cosel, gelegen ± 80 km westelijk van Auschwitz, waar 570 voor “arbeid geschikte” jongens en mannen tussen de 15 en 50 jaar gedwongen werden de trein te verlaten, werden de in de trein achtergebleven personen (ouderen, zieken, zwakkeren, vrouwen en kinderen) doorgestuurd naar Auschwitz; op uitzonderingen na werden zij na aankomst op 19 October 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord. Dat was óók het lot van Rebecca Elzas-de Swarte en haar zes kinderen Ruben, Maurice, Louise, Hijman, Levie en Elly Elzas.
Abraham Elzas echter behoorde tot de groep van 570 mannen die in Cosel uit de trein gehaald waren om als dwangarbeiders in de omliggende werkkampen in Opper Silezië tewerkgesteld te worden. Het is niet bekend wáár Abraham precies terecht is gekomen, noch waar hij uiteindelijk om het leven is gekomen. Duidelijk is wél, welke route de in Cosel “uitgestapte” en voor arbeid geschikte mannen zijn gegaan, die was naar de dwangarbeiderskampen St.Annaberg of Sakrau, Bobrek of Malapane, Blechhammer en verder enkelen naar Bismarckhütte/ Monowitz. Een afzonderlijk groepje ging naar het resort Gross Rosen.
Na de oorlog hebben de Nederlandse Autoriteiten vastgesteld, mede op basis van onderzoek door het Rode Kruis en getuigenissen van overlevenden, dat Abraham Elzas ná 19 October 1942 , maar niet later dan 31 Maart 1944 moet zijn overleden. Omdat óók niet zeker is waar Abraham precies is overleden, is zijn overlijdensplaats vastgesteld als in “Midden Europa”. De gemeente Amsterdam kreeg opdracht om een akte van overlijden op te maken voor Abraham Elzas, waarin is vastgelegd dat hij op 31 Maart 1944 in Midden Europa is overleden.
Bronvermelding: het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Mozes Elzas (1881) en Abraham Elzas; archiefkaarten van Abraham Elzas en Rebecca de Swarte; het Antwerps Vreemdelingen dossier 132802; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Elzas, Rebecca de Swarte en de kinderen Ruben, Maurice, Louise, Hijman, Levie en Elly Elzas; de Rode Kruis Publicatie Auschwitz deel III, deportatietransporten in de Cosel-periode, uitgegeven in October 1952; de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland en de akte van overlijden voor Abraham Elzas uit het A-register 118, folio 2.