Verhaal

Van familiekwestie tot Joodse Zaken

Door: Karin

Op drie juni 1942 wordt mevrouw Elsje Klein-Cohen, een gemengd gehuwde vrouw (zoals elders op deze pagina al staat vermeld), verhoord ´inzake een familiekwestie´. Ook met de andere betrokkene wordt gesproken.´Na verhoor van beide partijen´ komt aan het licht dat zij Joods is, hoewel zij geen ster draagt en haar persoonsbewijs niet gestempeld is. Zij moet dit uit gaan leggen aan het 11e Bureau (Joodse Zaken, of ´jodenzaken´, zoals de agent van politie op drie juni 1942 in het dagrapport noteert).