Artikel

~ Toepassing van de bronnen

Meerdere gebruiksniveaus


Met de grote hoeveelheid en diversiteit aan data die bijeen is gebracht voor het Monument is getracht een zo volledig mogelijke beeld te creëren van de omstandigheden waarin de joodse slachtoffers voor en tijdens de oorlog hebben geleefd. Om de informatie overzichtelijk te presenteren zijn meerdere gebruikslagen gemaakt. Hieronder volgt een korte toelichting van de belangrijkste gebruiksniveaus. De toegevoegde achtergrondinformatie en educatieve mogelijkheden worden elders op deze website toegelicht.

Persoonpagina's

Voor iedere persoon die in het Monument is opgenomen is een persoonspagina gemaakt. Hierop staan de persoonsgegevens vermeld zoals aangetroffen op de gemeentelijsten, aangevuld met gegevens uit In Memoriam of ander bronnen. Het betreft: voornaam, achternaam, geboorteplaats en -datum, sterfteplaats en –datum en indien bekend het beroep. Aan de hand van de geboorte- en sterftedata is de leeftijd berekend. Wanneer precieze gegevens niet beschikbaar waren is ervan afgezien om de leeftijd te vermelden. Op iedere persoonspagina is ruimte voor biografische informatie en beeldmateriaal. Deze ruimte kan in de loop der jaren worden gevuld met verhalen, foto’s en literatuurverwijzingen.

Gezinspagina's

De gemeentelijsten bieden vaak ook inzicht in de gezinsrelaties. Dat wil zeggen dat staat aangegeven wie op dat moment als vader, moeder, zoon of dochter op één adres woonden. Deze vermelding is voor het Monument gebruikt om gezinspagina's te maken. Hierbij is uitgegaan van huishoudens op een bepaald moment. Uitwonende kinderen staan niet bij het gezin vermeld. Zij wonen op een ander adres en worden zodoende als een zelfstandig huishouden beschouwd.
Wanneer de gezinsrelatie niet in de bronnen vermeld was, is voor de personen die samen op een adres woonden zo veel mogelijk geprobeerd de relaties te reconstrueren. De reconstructies zijn door de computer gemaakt op basis van berekeningen. Een reconstructie was alleen mogelijk als duidelijk sprake was van een kerngezin (vader, moeder en kinderen).
Alle personen met een achternaam die gelijk is aan één van de overige gezinsleden worden als ‘Verwant’ aangeduid. Een inwonende grootmoeder of schoonzoon staat in zo’n geval vermeld als verwant van het kerngezin. Een persoon die geen duidelijke relatie heeft tot het kerngezin (bijvoorbeeld een inwonende huishoudster) krijgt daarentegen de aanduiding ‘Inwoner’.
Op de gezinspagina is, net als op een persoonspagina, ruimte voor biografische informatie en beeldmateriaal. Het is daarom altijd de moeite om zowel de persoonspagina als de gezinspaginavan een persoon te bekijken.
Tot slot bestaat de mogelijkheid dat op één adres twee of meer kerngezinnen woonden. Om verwarring te voorkomen is ervoor gekozen deze gezinnen apart te vermelden op hetzelfde adres. Een overzicht van alle bewoners op een bepaald adres is te vinden op de Adrespagina.

Adrespagina's

De adressen op de website zijn over het algemeen afkomstig van de gemeentelijsten en geven een momentopname in 1941 of 1942. Op de website staat in de meeste gevallen onder het adres aangegeven wanneer de persoon of het gezin op dit adres woonde, bijvoorbeeld ‘Situatie in maart 1942’. Het is dus mogelijk dat de woonsituatie voor of na deze datum anders is geweest.
Door op het adres te ‘klikken’ opent de adrespagina. Hierop staan alle bewoners van het betreffende adres onder elkaar. Links en rechts van het geopende adres staan de joodse bewoners die het dichtst in de buurt woonden. Door op deze adressen te ‘klikken’ kan een virtuele wandeling worden gemaakt langs de joodse bewoners van straten en gemeenten.
Inwoners van instellingen (zoals de joodse weeshuizen en het Apeldoornse Bos) hebben, voor zover dat te achterhalen was in de bronnen het adres van de instelling gekregen.

Inboedellijsten

Bij enkele duizenden huishoudens is een inboedellijst opgenomen. Dit is een lijst van meubels en andere huisraad die achterbleef wanneer een joods gezin werd gedeporteerd of was ondergedoken. De goederen zijn door de Duitsers in beslaggenomen waarbij een nauwkeurige administratie is bijgehouden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met mogelijke diefstal van (kostbare) objecten door buren, politie of Duitse beambten. Die objecten zijn niet geïnventariseerd. Daarnaast hebben veel joden tijdens de oorlog een deel van hun bezittingen bij anderen in bewaring gegeven. De lijsten geven daardoor lang niet altijd een volledig beeld van de inboedel van gezinnen.
De inboedellijsten zijn overgenomen van de zogenaamde M-claims. Dit zijn naoorlogse claims van nabestaanden op geroofde bezittingen. De formulieren zijn opgenomen in de zogenaamde jokos-dossiers. Voor inzage in een jokos-dossier kan een aanvraag ingediend worden bij Joods Maatschappelijk Werk. U kunt hier een aanvraagformulier downloaden.

Alle rechten voorbehouden