Verhaal

Over Israel Katan, zijn vrouw en zijn schoonbroer

Uit toespraak MBK 16 juni 2022 bij plaatsing Stolpersteine

Door: MBK

Israël Katan kwam uit Rotterdam; Hij werd geboren in de Tuinderslaan, wijk 15/8 nr 8. Met 19 jaar werd hij gekeurd voor de dienstplicht. Daaruit weten we dat hij 1 m 69 lang was – voor die tijd gemiddeld – ,  zwart haar, bruine ogen, grote neus en mond en spitse kin. Hij werd goedgekeurd; of hij dienst heeft gedaan weet ik niet. Israel trouwde met zijn nicht Elisabeth Cohen uit Dordrecht. Israels moeder was een Cohen uit Dordrecht. Israels bruid Elisabeth was dertig, Israel 27. Waarom trouwden ze zo laat? Om te trouwen had je geld nodig, voor een woning en meubels. Kennelijk kon het nu. Israel woonde nog in bij zijn broer in Rotterdam, maar nu gingen Ies en Beppie samenwonen in de Zomerhofstraat in Rotterdam. Hij was eerst pettenmaker en later pakhuisknecht.

Ze kregen geen kinderen. Op een gegeven moment gingen ze wonen in Dordrecht, aan de Vest. Haar broer Salomon woonde bij ze in, en ene Bernard van Dam. Salomon Cohen handelde in lompen. Tegenwoordig zou je zeggen: hij zat in de recycling. Toen heette zo iemand een voddenjood.

Israel had een neefje genaamd Barend die in Amsterdam voor rabbijn studeerde. Israels Dordtse moeder was de oma van Barend, en Barend Katan zou in 1932 rabbijn van Dordrecht wonen.

Israel Katan, zijn zwager Salomon Cohen en zijn huurder Bernard van Dam vertrokken alledrie met de trein van 16 november 1942 uit Westerbork naar Auschwitz en zijn daar naar we mogen aannemen op 19 november vergast. Elisabeth bleef achter in Westerbork, ze stierf bijna een jaar later, we weten niet hoe. Ze werd verbrand in het crematorium van Westerbork, haar as is bijgezet op de joodse begraafplaats in Diemen.

Hun nagedachtenis zij tot zegen.