Verhaal

Juda Cohen

Juda Cohen (*29-06-1918 - ✡31-03-1944) werd geboren in Martenshoek. Hij was de zoon van Salomon Cohen (slager van beroep) en Saartje Slager. Zijn moeder Saartje was op 41-jarige leeftijd al gestorven (1934). Hij had ook nog een broer, Izaäk (of Izzy), maar ook deze stierf op jonge leeftijd, 5 jaar na hun moeder. Tijdens een schoolreisje werd de 13-jarige jongen gebeten door een adder, wat het kind niet overleefde. Inmiddels was vader Salomon hertrouwd met Bertha Kats. Salomon en Bertha hadden in mei 1940 al door dat ze gevaar liepen als Joden. Ze pakten op hun tandem het meest noodzakelijke en fietsten naar Zoutkamp. Ze hoopten hier een schip te vinden om hun naar veiligere oorden te brengen. Deze poging mislukte en ze keerden terug naar Martenshoek. Ze vonden uiteindelijk een onderduikadres in Kropswolde, waardoor ze de oorlog overleefden. Juda (ook wel Juultje of Jules) liep als kind in beugels. Dat hield hem echter niet tegen om heel hard te lopen als het moest. Hij werd uiteindelijk toch slachtoffer van de Jodenvervolging.

Juda woonde in zijn ouderlijk huis aan de Sluiskade 4. Dit is nu de Sluiskade 34. Hier is voor hem een struikelsteen geplaatst. Juda Cohen stierf op 25-jarige leeftijd in Midden-Europa.

Bron: boek: De Joodse gemeenschappen in Hoogezand-Sappemeer, Slochteren, Noord- en Zuidbroek en omliggende dorpen, 1724-1950