Verhaal

Michiel Walraven van de Garde

Door: Inge Bronk

M.W. van de Garde met etensketel. 

Beste J. Prins en Herman van de Garde,

De namen André en Rosetta Meijers zeggen me niets. De naam Michiel Walraven van de Garde (1886-1967) wel, hij was inderdaad hoteleigenaar in Schoorl en begon later een advocaatfabriek, ook in Schoorl.  Niet te verwarren met zijn zoon en kleinzoon, die ook Michiel Walraven van de Garde heetten.

Van de Garde sr. was van zomer 1940 tot oktober 1941 chef-kok in Concentratiekamp Schoorl. In het kamp waren verschillende categorieën gevangenen: gijzelaars uit Sommeldijk, Joden, communisten, AR-gijzelaars, etc.  Van de Garde smokkelde brieven van gevangenen en hun familie het kamp uit en in. Daarvoor  had hij een speciale etensketel met dubbele bodem gemaakt. Onderin gingen de brieven en bovenop etensresten om de bewaking te misleiden. De etensresten voerde hij aan zijn kippen. Hij gaf de brieven aan Koosje Boet, een communistische verzetsvrouw, haar man, een vooraanstaande communist, zat vanaf juni 1941 in het kamp. Koosje Boet zorgde voor de verspreiding van de brieven.

In deze radio-uitzending wordt vanaf 40:18 gesproken over de arrestatie van de communisten, over de kamp-kok van de Garde en is er een gesprek met zijn zoon.

https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_341807~cpn-vrouwen-in-verzet-het-spoor~.html

 Mijn opa, Jan Dirk Jurrien Bronk, was opgepakt omdat hij lid geweest was van de CPN en zat van juni tot oktober 1941 in Kamp Schoorl. Hij werkte daar in de keuken, samen met Van de Garde, een paar andere gevangenen en een paar niet-gevangenen. Mijn opa heeft ook een aantal gesmokkelde brieven naar huis kunnen sturen. Bovendien was hij erg gesteld op Van de Garde.

Gezien de contacten met Joden en verzetsmensen die Van de Garde in het kamp had en Koosje Boet buiten het kamp, lijkt het me mogelijk dat Van de Garde op de één of andere manier heeft kunnen meewerken aan het regelen van onderduikadressen. Het blijft natuurlijk een hypothese.

Meer informatie over Van de Garde is welkom.

Vriendelijke groet,

Inge Bronk