Biografie

Het lot van Samuel Duque, zijn vrouw Estella Duque-Werkendam en hun dochter Alette,

alsmede hun inwonende schoonmoeder/moeder Rebecca Werkendam-Roco en Samuel’s zuster Penina van Zuiden-Duque.

Samuel Duque was een zoon van Jacob Duque en Rebekka Dwinger. Als 2e van hun drie kinderen was Samuel geboren op 18 Juni 1894 in Amsterdam. Hij verdiende zijn brood als reiziger en handelsagent. Hij woonde voor zijn huwelijk thuis met zijn ouders en zussen in de Weesperstraat  de Plantage Kerklaan 2, maar trouwde op 22 Juli 1926 de 26-jarige Estella Werkendam, een dochter van Mozes Werkendam en Rebecca Roco die op 15 Maart 1900 in Amsterdam werd geboren.

Nadat het huwelijk was gesloten in 1926, woonden Samuel en Estella kort in bij de ouders van Estella in op de Linneauskade 8 huis, maar verhuisden al snel naar de Plantage Muidergracht 161 waar Samuel vanaf 15 Juli al een inwoning had gevonden bij Vogels maar betrokken vervolgens half December 1926 woonruimte bij Bernard Janning in de Tweede Jan Steenstraat 114 huis.

Nadat Estella’s vader, Mozes Werkendam op 55-jarige leeftijd op 9 October 1928 overleed en begraven was op de Joodse Begraafplaats in Diemen, zijn Samuel en Estella gaan inwonen bij haar moeder Rebecca Werkendam-Roco, die inmiddels verhuisd was naar de Vrolikstraat 95 1e etage, en vanaf 3 Juli 1929 naar de 1e etage van Rijnstraat 12. Daar werd op 18 Augustus 1930 de dochter van Samuel en Estella geboren: Alette.

Op 13 Juli 1933 betrok de familie van Samuel Duque zelfstandig een woning in de Scheldestraat 75 2e etage, waar óók Samuel’s schoonmoeder Rebecca Werkendam-Roco begin November 1933  kwam inwonen. Eind December 1935 verhuisde zij met het gezin Duque mee naar de Waverstraat 103 I-hoog en in de loop van Mei 1937 naar de Uiterwaardenstraat 85 1e etage.

Samuel Duque werd op 7 Augustus 1942 samen met zijn 2-jaar jongere zus Penina van Zuiden-Duque vanaf de Hollandse Schouwburg op transport gesteld naar Westerbork. Het huwelijk van Penina uit 1920 met Abraham van Zuiden was kinderloos gebleven en zij was op 25 September 1940 weduwe geworden. Zij woonde Geleenstraat 51 en was geheel alleen, mogelijk reden waarom haar broer Samuel haar “Ohne Aufruf” heeft vergezeld naar Westerbork.

Op 10 Augustus 1942 werd Samuel Duque vanuit Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz in een transport van 559 gedeporteerden. Uit de transportlijsten uit het Archief van Auschwitz blijkt, dat óók Penina van Zuiden-Duque met datzelfde transport in Auschwitz is aangekomen. Beiden zijn tewerkgesteld en daar om het leven gebracht of omgekomen. Niet bekend is waar en wanneer zij zijn gestorven.

De Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede op basis van onderzoeken van het Rode Kruis, dat gezien de onmenselijke omstandigheden en ontberingen, Samuel Duque en Penina van Zuiden-Duque na 30 September 1942 niet meer in leven konden zijn. De Gemeente Amsterdam kreeg toen opdracht voor hen aktes van overlijden op te maken waarin is vastgelegd dat Samuel en Penina op 30 September 1942 in Auschwitz zijn overleden.

Ruim zeven maanden later, in de nacht van 4 op 5 maart 1943, werden Estella Duque-Werkendam en haar dochter Alette Werkendam in Amsterdam gearresteerd en naar concentratiekamp Vught gebracht. Op 6 juni 1943 werd Aletta Duque met het zogenaamde Kindertransport op transport gesteld naar Sobibor, via een tussenstop en overnachting in barak 62 in Westerbork. Moeder Estella vergezelde haar. De deportatietrein vertrok op 8 juni 1943 weer uit Westerbork richting Sobibor en bevatte 3017 slachtoffers, die bij aankomst aldaar op 11 juni 1943 allen in de gaskamers werden vermoord.

Uit de gegevens van de registratiekaart van de Joodse Raad kan mogelijk het lot van de bij Samuel Duque inwonende schoonmoeder Rebecca Werkendam-Roco worden gereconstrueerd. Zij is voor transport naar Vught óf niet opgeroepen óf heeft zich mogelijk in die nacht van 4 op 5 Maart weten te onttrekken aan deportatie met haar dochter Estella en kleindochter Alette naar Vught.

Toch is Rebecca Werkendam-  Roco diezelfde nacht opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij werd ingesloten in de strafbarak 67. Op 10 Maart 1943 werd zij met nog ruim 1100 andere gedeporteerden op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 13 Maart 1943 direct in de gaskamers werd vermoord.  

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Jacob Duque 1867, Samuel Duque 1894 en Mozes Werkendam; archiefkaarten van Samuel Duque, Estella Werkendam, Alette Duque en Rebecca Werkendam-Roco; diverse woningkaarten uit het S.A.A.; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samuel Duque, Esther Duque-Werkendam, Alette Duque, Rebecca Werkendam-Roco en van Penina van Zuiden-Duque;  website ITS Arolson/kampkaart Alette Duque; archief Rode Kruis/transportlijst Amsterdam-Westerbork 7 Augustus 1942/Samuel Duque en Penina Duque; website Memorial & Museum Auschwitz-Birkanau/Auschwitz Prisoners/transportlijsten uit Westerbork met Samuel Duque en Penina van Zuiden en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden