Verhaal

Over Fritz Pfeffer

Fritz Pffeffer. 

Bron: annefrank.org/nl

Friedrich (Fritz) Pfeffer werd op 30 april 1889 in Gießen (Duitsland) geboren. Zijn ouders waren joods en hadden een kledingzaak in het centrum van de stad. Na zijn middelbare school studeerde hij voor tandarts in Berlijn en na zijn studie startte hij daar een tandartspraktijk.

In 1926 trouwde hij met de veel jongere Vera Henriette Bythiner. Op 3 april 1927 werd hun zoontje Werner geboren (1927-1995). Het huwelijk van Fritz en Vera liep in 1933 uit op een scheiding. Fritz Pfeffer kreeg de voogdij over Werner toegewezen. Na de machtsovername door de nazi's in 1933 kreeg hij het steeds moeilijker in zijn tandartspraktijk en op een gegeven moment zag hij zich genoodzaakt deze illegaal voort te zetten. Na zijn scheiding krijgt Fritz een relatie met de katholieke Charlotte Kaletta. 

Na de Kristallnacht besluiten Fritz en Charlotte uit nazi-Duitsland naar Nederland te vluchten. Het lukt Fritz om zijn zoontje Werner met een ‘Kindertransport’ op de boot naar Engeland te zetten. Zijn broer Ernst neemt daar de zorg voor hem op zich. In 1940 leert Fritz Otto Frank kennen in Amsterdam en maakt hij deel uit van het gezelschap van vrienden en kennissen, onder wie het echtpaar Van Pels en Jan en Miep Gies dat op zaterdagmiddagen bij de familie Frank samenkomt.  Als de razzia’s toenemen en steeds meer Joden opgepakt worden, wil Fritz ook onderduiken. Hij vraagt aan Miep Gies of zij misschien een plek weet. De helpers en onderduikers van het Achterhuis besluiten samen dat er plek is voor hem. ‘Geweldig nieuws, we willen een achtste schuiler opnemen!’, schrijft Anne op 10 november 1942 in haar dagboek. 

Fritz Pfeffer valt van de ene verbazing in de andere als hij een week later op de Prinsengracht 263 aankomt. In de eerste plaats omdat de schuilplaats ín het bedrijf is en dat hij daar vervolgens ook nog de families Frank en Van Pels tegenkomt. Hij ging ervan uit dat de familie Frank naar Zwitserland gevlucht was. Fritz komt bij Anne op de kamer, Margot verhuist naar de kamer van haar ouders. Fritz merkt dat lang niet alles koek en ei is tussen de families in het Achterhuis en probeert volgens Anne te bemiddelen tussen de ruziënde partijen, maar geeft dat ook al snel weer op. Het valt niet mee om het kamertje te delen. In haar dagboek beschrijft Anne hoe Fritz op zondagen bidt: ‘Hij heeft de gewoonte een kwartier lang (...) van z’n hakken op z’n tenen te wiebelen. Heen en weer, heen en weer, eindeloos duurt dat en als ik m’n ogen niet dichtknijp word ik er bijkans draaierig van''. Anne ergert zich trouwens al snel groen en geel aan Fritz. Hij heeft vaak aanmerkingen op haar gedrag en vertelt ook nog eens alles door aan haar moeder. Andersom zal Fritz zich ook regelmatig aan Anne geërgerd hebben. Dankzij helpster Miep Gies kunnen Fritz en zijn vrouw Charlotte met elkaar in contact blijven. Charlotte woont tijdens de oorlog in Amsterdam en heeft geen idee dat Fritz niet ver van haar ondergedoken zit. Fritz besteedt veel tijd aan zijn brieven aan Charlotte. Daarnaast concentreert hij zich op het leren van de Spaanse taal. Zijn grote droom is om na de oorlog een nieuw bestaan met Charlotte op te bouwen in Zuid-Amerika. 

Na de arrestatie van de onderduikers van het Achterhuis, belandt Fritz Pfeffer samen met de andere onderduikers via doorgangskamp Westerbork in Auschwitz. Op het perron van Auschwitz-Birkenau delen nazi-artsen Fritz in bij de gevangenen die dwangarbeid moeten verrichten. Vermoedelijk moet Fritz samen met andere gevangenen buiten het kamp wegen aanleggen. Begin november 1944 wordt hij gedeporteerd naar kamp Neuengamme (vlakbij Hamburg). In Neuengamme moeten gevangenen onder erbarmelijke omstandigheden zware dwangarbeid verrichten. Fritz Pfeffer sterft op 20 december 1944. Hij was 55 jaar oud. 

Zijn vriendin Charlotte overleefde de oorlog. In 1953 besloot de Berlijnse Senator für Justiz de onmogelijk gemaakte huwelijken met terugwerkende kracht als rechtsgeldig te erkennen. In het geval van Charlotte Kaletta werd de huwelijksdatum vastgesteld op 31 mei 1937. Ze overleed op 13 juni 1986 in Amsterdam. 

Zijn zoon Werner Peter Pfeffer vertrok na de oorlog naar de Verenigde Staten. Hij bouwde daar vanaf 1952 een handelszaak op. Hij overleed op 14 februari 1995. 

Bron: annefrank.org/nl