Afbeelding bij Boene de Vries-Cohen
In 1936 woonde Boene de Vries-Cohen bij haar dochter Grietje Benavente-de Vries, schoonzoon Jacob Benavente en kleindochter Judith Benavente (1919-1981) en vierde bij hen haar 80-ste verjaardag.
Ze woonde daar van 1935 tot 1938. Daarna woonde zij een tijdje in de Vechtstraat om in 1940 naar haar zoon Salomon in Schagen te verhuizen. In 1942 was Boene blijkbaar zo hulpbehoevend dat zij verkaste naar de Joodsche Invalide aan het Weesperplein 1, in Amsterdam. Daar woonde haar dochter Roosje ook, het is niet duidelijk of Roosje verpleegster is of ook een patient van de Joodsche Invalide. Alle bewoners van de Joodsche Invalide werden door de bezetter op 1 maart 1943 meegenomen en naar Westerbork vervoerd. Niet veel later volgde transport naar Sobibor. Roosje en Boene ondergingen dat lot samen.