Meijer Knoop geboren 10-8-1920 in Amsterdam, de jongste zoon van Jonas Knoop (1876-1943) en Elisabeth Sitters (1877-1943), woonde bij zijn ouders op het Waterlooplein 79. Hij stond geregistreerd als marktkoopman net als zijn vader, die een stal had met kanten stroken op de Nieuwmarkt. Hij had vier broers: Emanuel Knoop 1899-1943, Marcus Knoop 1906-1943, Lion Knoop 1901-1988, Hartog Knoop 1903-1906.
Meijer werd 30-4-1942 opgenomen in het Apeldoornsche Bosch voor rekening van de gemeente Amsterdam. Een machtiging voor de verpleging werd 5-5-1942 verstrekt door de kantonrechter in Amsterdam. Op 29-10-1942 werd deze machtiging verlengd door Arrondissementsrechtbank van Zutphen. Nico Speijer, arts bij het Apeldoornsche Bosch motiveerde op 22-10-1942 de noodzaak tot verlenging als volgt: ‘patiënt is een jonge man, die thuis, mede onder invloed van de tijdsomstandigheden zeer angstig en prikkelbaar werd.' Hoewel hij hier spoedig rustig was en met proefverlof kon gaan, is een spoedige nieuwe ineenstorting te verwachten.
Het is waarschijnlijk dat Meijer niet in Apeldoorn is teruggekeerd. Hij is met zijn ouders op 25-5-1943 met de bus van Hotelplan (hopla) in Westerbork beland en zij zijn diezelfde dag op transport gegaan naar Sobibor. Zij zijn als overleden geregistreerd 28-5-1943.