Verhaal

Méér over het transport van 7 September 1943

Betreft óók het transport van 31 Augustus 1943 van Westerbork -> Auschwitz

INLEIDING

Van de najaarstransporten van 31 Augustus en 7 September 1943 Westerbork - Auschwitz, werden na selectie bij aankomst, de meest voor arbeidsgeschikte geachte mannen voor het verrichten van puinopruimingswerk overgebracht naar het Getto van Warschau en een aantal vrouwen werd tewerkgesteld in Auschwitz-Birkenau.

Van de voor tewerkstelling geselecteerde mannen, die op enkele in Auschwitz achtergeblevenen na, naar Warschau zijn vervoerd, zijn geen volledige lijsten op te maken. Ook zijn de selectie-grenzen niet nauwkeurig bekend. Het meest exact en vermoedelijk het dichtst bij de waarheid, is de verklaring van één der overlevenden van het transport van 31 Augustus 1943, dat de leeftijdsgrens liep van 18 à 20 jaar tot 40 jaar, en dat enkele “ouderen” tot 50 jaar zijn uitgezocht. De grens van 18-40 jaar wordt ook genoemd door een repatriant van het transport van 7 September 1943, terwijl uit verschillende getuigenissen bekend is, dat voor Warschau in het algemeen alleen gezonde en krachtige mannen werden aangewezen.

Daar van andere transporten ook jongeren in Warschau zijn aangetroffen, is het voorts mogelijk dat enkele volwassen uitziende jongens van 16 en 17 jaar zijn meegegaan. Mede in verband met de verhouding van de aantallen geselecteerden tot de aantallen mannen van 16-50 jaar  (bij de toelichting van de beide transporten afzonderlijk nader aan te geven), zou dus waarschijnlijk uit statistisch oogpunt bezien de  grootste trefkans worden verkregen, wanneer er van zou worden uitgegaan, dat de mannen van 18 t / m 40  jaar  (behoudens met name bekende uitzonderingen) naar Warschau zijn gedirigeerd, en alle overige mannen (behoudens wederom de met name bekende uitzonderingen) op of omstreeks de dag van aankomst van hun transport in Auschwitz door vergassing om het leven zijn gebracht.

Aan de andere kant kan, strikt genomen, van geen der mannen in de leeftijdsgroep van 16-50 jaar  met zekerheid worden gezegd, dat hij terstond naar de gaskamers is verwezen indien dit niet door getuigen uitdrukkelijk wordt verklaard, en bestaat dus voor elke gezonde mannelijke gedeporteerde van 16 en 17 jaar of tussen 40 en 50 jaar theoretisch de mogelijkheid, dat hij tot de tewerkgestelden heeft behoord, (noot x)

Omtrent de vrouwen van de transporten van 31 Augustus en 7 September 1943 is heel weinig bekend. Van eerstgenoemd transport zijn geen overlevenden aangetroffen, en van het laatstgenoemde slechts 2, die bovendien door omstandigheden in een bevoorrechte positie hebben verkeerd. De omtrent de vrouwen te stellen conclusies zijn hieronder bij de toelichting der afzonderlijke transporten, vermeld.

Méér over het Transport van 7 September 1943

Het gereconstrueerde fragment van de matricule-serie loopt van 149131 (T) t/m 149265 (W) en omvat dus 135 namen. Het aantal mannen van 18-40 jaar bedraagt, blijkens de transportlijst, 167, welk getal ongeveer overeenkomt met het aantal geselecteerden volgens getuige-verklaringen en tamelijk wel strookt met de schatting, waartoe wordt gekomen in dien de bekende matricule-serie van 135 aangevuld wordt gedacht met de nummers van de mannen met namen met de beginletters A t/m E en X t/m Z. Een berekening van dit aantal naar de leeftijdsgroep van 16-50 jaar levert een totaal op van 264, waaruit blijkt, dat, zoal mannen van 16 en 17 jaar en van 40-50 jaar zijn tewerkgesteld, hun aantal gering moet zijn geweest. (noot x)

(Noot x) De "Commissie tot het doen van aangifte van overlijden, van vermisten" heeft, in verband hiermede, voor beide transporten aangenomen, dat de mannen van 16-50 jaar, tenzij individueel anders bekend is, voor tewerkstelling zijn geselecteerd.

Voor het overige kan ook voor de behandeling van dit transport worden volstaan met verwijzing naar de Warschau-conclusies (Hoofdstuk I, paragraaf 3, sub II). Brieven zijn van de tewerkgestelden van dit transport niet ontvangen.

Van de vrouwen is, blijkens de verklaringen van de drie overlevenden, een aantal voor tewerkstelling geselecteerd. De schattingen lopen van 100 tot 150, terwijl als selectie-grens wordt aangegeven: 16 t/m 40 jaar.

Het te reconstrueren fragment van de matricule-serie loopt van 61220 (B) t/m 61278 (P) en omvat dus 59 namen. De schatting van ±100 tewerkgestelden kan dus ongeveer juist zijn.

In verband met een en ander kan worden aangenomen, dat vrouwen van 16 t/m 40 jaar, die geen kinderen van 15 jaar of jonger bij zich hadden, de selectie hebben overleefd. Een 30-tal verpleegsters en een "z.g. doktores" werden uitgezocht voor het "Krankenrevier".

Deze groepen hadden een betrekkelijk ruime levenskans. Voor zover zij een aanmerkelijk langere tijd na hun selectie in leven zijn gebleven, moet worden aangenomen, dat van hun bestaan blijkt uit verklaringen van overlevenden, en individuele vaststelling van hun overlijden mogelijk is. Blijkt daarvan niet, dan moet worden aangenomen, dat zij het lot hebben ondergaan van de overige voor arbeid geselecteerde vrouwen, die in Birkenau zijn tewerkgesteld.

Hun arbeid was, blijkens hetgeen daaromtrent uit verklaringen van vrouwen van andere transporten bekend is, zeer zwaar, in verband waarmede de maximale levensduur van deze vrouwen wordt geschat op weinig meer dan. 2 maanden. Op grond hiervan kan van hen worden aangenomen, dat zij, behoudens uitzonderingen, uiterlijk 30 november 1943 waren overleden.

Alle andere vrouwen, en ook de kinderen, moeten worden geacht te zijn overleden op of omstreeks de dag na die van aankomst te Auschwitz, dus op of omstreeks 10 September 1943.

De drie teruggekeerde vrouwen hebben een bevoorrechte positie gehad (één als verpleegster, één als schrijfster op een kampbureau, en de derde als muzikante in het kamporkest.

Samenvatting van de conclusies voor de transporten van 31 Augustus en 7 September 1943

MANNEN

Alle tot de twee bovenvermelde transporten behoord hebbende mannen, die op de dag na hun  aankomst te Auschwitz (dus respectievelijk 2 en 10 September 1943) de leeftijd van 16 jaar hadden bereikt, doch nog geen 51 jaar waren, worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Warschau uiterlijk 31 Maart 1944.

Alle andere tot de bovenstaande transport hebbende mannen worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Birkenau, respectievelijk op of omstreeks 3 September 1943  (transport 31 Augustus) en 10 September 1943 (transport 7 September)

VROUWEN

Alle tot het transport van 7 September 1943 behoord hebbende vrouwen, die op de dag na aankomst te Auschwitz (dus op 10 September 1943) de leeftijd van 16 jaar hadden bereikt, doch nog géén 41 jaar waren, en geen kinderen bij zich hadden, worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden in of in de omgeving van Auschwitz-Birkenau, niet eerder dan 10 September 1943, en uiterlijk 30 November 1943.

Alle andere tot bovenvermelde transport behorend hebbende vrouwen, en ook de kinderen, worden, tenzij individueel anders bekend is, geacht te zijn overleden te Birkenau respectievelijk op of omstreeks 3 September (transport 31 Augustus) en 10 September 1943 (transport 7 September).

Bron: Uit Auschwitz deel IV – HOOFDSTUK III -  De najaarstransporten van 1943 - (24 Augustus t/m 16 November 1943), pagina’s 45, 51-52-53-54, 55, 67 en 68 gepubliceerd door het Nederlandse Rode Kruis in October 1953.

Alle rechten voorbehouden