Verhaal

Veilig onderduiken in het katholieke Maastricht

Ter nagedachtenis aan Sobibor

Door: Walter

Vera de Jong-Simons is geboren in 1939. Ze is tweeënhalf, drie jaar oud, als ze wordt ondergebracht bij een onderduikfamilie. Een Amsterdamse oom van haar vader is gemengd gehuwd en Vera overleeft de oorlog bij de streng katholieke zus van zijn vrouw in Maastricht. Ze heeft hele fijne herinneringen aan deze onderduikperiode.

In 1944 wordt ze gedoopt en eind 1945 wordt ze geheel onverwacht opgehaald door de zus van haar oorlogsmoeder, om bij haar en de oom van Vera's vader in Amsterdam te gaan wonen. Vanaf die tijd is de oudoom Vera's voogd. Zij moest tegen deze vreemde mensen papa en mama zeggen en kreeg met de naam Mossel weer een nieuwe achternaam. Hoewel ze warme herinneringen heeft aan haar oudoom Meijer Mossel, was ze zeer ongelukkig. Zij heeft vele malen gevraagd om naar het weeshuis te mogen gaan, maar dit werd geweigerd. In 1951 overlijdt Vera’s voogd en wordt zijn echtgenote Rini Mossel, met wie Vera niet kon opschieten, haar nieuwe voogd. Rini Mossel trouwt een jaar later met een neef van Vera’s vader, die na de oorlog bij zijn oom, en Vera’s oudoom, Meijer Mossel woonde. Omdat dit echtpaar naar Australië wilde emigreren en Vera mee wilde nemen, moesten zij haar vertellen dat zij wees was en Simons heette. Tegen Vera's zin moest zij mee naar Brisbane. Vanaf haar 19de gaf haar voogdes toestemming dat zij het huis verliet, zodat zij in Auckland in Nieuw Zeeland kon gaan wonen. Toen Vera 21 was, is zij teruggegaan naar Amsterdam, omdat zij meer te weten wilde komen over haar verleden. Daar kwam zij erachter dat haar voogdes haar op een geraffineerde manier had bestolen van haar familiekapitaal.

In Amsterdam ontmoet Vera haar latere echtgenoot John. Ze krijgen twee kinderen en verhuizen naar Brussel. Vera’s beide ouders zijn vermoord in Sobibor. Ter nagedachtenis aan haar ouders werd zij medeaanklager in het proces tegen John Demjanjuk en liet zij een steen plaatsten voor haar ouders, grootmoeder en een tante in de Gedenklaan in Sobibor. Daarnaast liet zij zich als overlevende en nabestaande interviewen door de Stichting Sobibor. Haar onderduikouders, Johannes Paulissen en Anna Paulissen-Engwirda, kregen in 1990 de Yad Vashem onderscheiding. Met het onderduikgezin heeft Vera altijd een warme band onderhouden.

Bron: http://getuigenverhalen.nl/interview/nabestaanden-interview-20-vera-de-jong-simons