Verhaal

Biografie Simon Bonewit

Simon Bonewit was de jongste zoon van Levie Bonewit en Sophia Roe. Hij had vijf broers en vijf zussen. De achternaam Bonewit gaat terug tot de zeventiende-eeuwse naam Bennewitz (ook wel Bannewitz).

Vader Levie werkte af en toe als groentekoopman, maar was vaak werkloos en moest dan een beroep doen op de Steun. Simon groeide op in armoede. Het gezin woonde in slechte huizen in de Batavierstraat en de Joden Houttuinen.

Simon volgde zes jaar lager onderwijs en deed een jaar ulo. Daarna werd hij kleermaker. Toen hij
20 was, trouwde Simon met de 19-jarige Grietje Barend, een lingerienaaister uit de buurt. Aanvankelijk woonde het jonge stel in bij de ouders van Simon, maar drie maanden na hun huwelijk vonden Simon en Grietje een eigen woning in de Vrolikstraat in Amsterdam-Oost. Daar werd, negen maanden na de huwelijkssluiting, hun eerste kind geboren, zoontje Louis. Kort daarna verhuisden ze terug naar de Jodenbuurt, naar de Houtkopersburgwal.

Simon had moeite inkomsten te verwerven en in juli 1927 besloot hij samen met zijn vrouw en zoontje naar het Belgische Deurne af te reizen op zoek naar werk. In oktober 1929 werd daar een tweede zoon geboren: Herman. Ook de vader van Grietje, Hijman Barend, verbleef op dat moment voor werk in Deurne.

In februari 1930 keerde het jonge gezin terug naar Amsterdam, waar het een woning betrok in de Nieuwmarktbuurt. In de jaren daarna kregen Simon en Grietje nog drie zoons. Ze hadden het nog altijd niet breed en verhuisden in deze periode maar liefst zestien keer in Amsterdam-Oost en in de Jodenbuurt. Vanaf december 1940 woonde het gezin in de Tweede Oosterparkstraat 41.

Simon werd bij de razzia van zondag 23 februari in de Jodenbuurt opgepakt en samen met honderden andere Joodse mannen naar kamp Schoorl overgebracht. Van daaruit werd de groep naar Buchenwald en later naar Mauthausen gedeporteerd. In dat laatste kamp stierf Simon op 29 september 1941. Het is de vraag of hij ooit geweten heeft dat hij op 3 juli 1941 nogmaals vader was geworden, ditmaal van een dochter. Grietje, die vijf maanden in verwachting was toen haar man werd opgepakt, gaf haar de naam Sophia, naar Simons overleden moeder.

Grietje bleef met haar zes kinderen in de Tweede Oosterparkstraat wonen tot zij in december 1942 naar Westerbork werden gedeporteerd. Anderhalve maand later, op 16 februari 1943, werden zij direct na aankomst in Auschwitz vermoord. Van de vijf broers en vijf zussen van Simon overleefde slechts één broer de oorlog. Ook zijn vader werd vermoord.

Gebaseerd op onderzoek en verhaal van Wally de lang