Biografie

Over Salomon Vogel, zijn vrouw Sara Roodveldt en hun tien kinderen.

(Isaac, Leentje, Joseph, Jacques, Mozes, Trijntje, Abraham, Anna, Jansje en Aaltje.)

Salomon Vogel, een zoon van Isaäc Vogel en Trijntje Lubig, was geboren in Amsterdam op 11 Februari 1883. Hij was venter van beroep. Op 26 Juni 1913 trouwde hij met Sara Roodveldt, die op 19 April 1889 in Amsterdam geboren was als dochter van Jesaia Roodvelt x Leentje Wittenburg.

Na de huwelijkssluiting ging het echtpaar Vogel wonen in de Lange Houtstraat 50, verhuisden in 1928 naar huisnummer 38 en per 1 Mei 1931 kwamen zij te wonen op de Blauwe Distelweg 70 in Asterdorp, een gemeentelijk huisvestingsproject “om a-sociale gezinnen op te voeden tot beter wonen”.  Na 7 jaar betrokken zij een woning op Rapenburg 16 I en in Juli 1941 kwamen zij op hun laatste adres: Muiderstraat 11 II in Amsterdam.

Salomon en Sara kregen in totaal 10 kinderen, t.w. Isaac in October 1913, Leentje in 1915, Joseph in 1916, Jacques in 1918, Mozes in 1921, Trijntje in 1923, Abraham in 1925, Anna in 1927, Jansje in 1929 en als laatste werd Aaltje geboren in Juni 1934. Aaltje werd echter maar 8 maanden oud: zij stierf op 15 Maart 1935.  Van de andere kinderen huwden alleen Leentje (in 1941) en Trijntje. (in 1942).

Leentje werd op 8 Juni 1941 de tweede vrouw van Hijman de Swarte en kreeg met hem drie kinderen, t.w. Salomon in 1935, Max in 1941 en Anna in 1943. Salomon was feitelijk een kind van Leentje Vogel. De biologische vader was Hijman de Swarte, die in 1930 al gescheiden was van Louise van Dal. Leentje Vogel, haar man Hijman de Swarte en hun drie kinderen werden op 11 Juni 1943 in Sobibor vermoord, nadat zij op 6 April 1943 in Westerbork geregistreerd waren en op 8 Juni 1943 op transport gesteld werden.

Trijntje huwde op 25 Juni 1942 de zoon van Manuel van Gelderen en Duifje Polak: Abraham van Gelderen. Trijntje werkte dienstmeisje en Abraham was magazijnbediende. Een maand na de huwelijkssluiting werden zij opgeroepen voor transport naar Auschwitz wat volgde op 31 Juli 1942, waar zij tewerkgesteld werden. Van Trijntje is niet bekend wanneer zij daar om het leven is gekomen, waardoor na de oorlog is vastgesteld dat zij op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden. Dat gold ook voor Abraham van Gelderen, echter uit de z.g. Sterbebücher van Auschwitz bleek dat hij daar op 7 October 1942 om het leven kwam.

Weliswaar op verschillende tijdstippen, werden ook de overige leden van het gezin van Salomon Vogel opgeroepen en gedeporteerd naar Auschwitz. Uiteindelijk heeft niemand van die gezin de Sjoa overleefd.

Salomon Vogel zelf, zijn vrouw Sara Roodveldt en twee van hun jongste dochters, de 15-jarige Anna en 13-jarige Jansje Vogel, werden gevieren op 17 September 1942 naar Westerbork afgevoerd en reeds de volgende dag, de 18e September op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 21 September 1942 werden zij direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.

Isaac Vogel, geboren op 2 October 1913  meldde zich zonder oproep in het voorjaar van 1942 in één van de Joodse werkkampen. Vervolgens heeft hij zich vrijwillig gemeld voor de z.g. “Arbeitseinsatz” waartoe hij zich op 3 Augustus in Westerbork vervoegde, Daar werd hij nog door de Joodse Raad vanwege zijn militair verleden (MIL op zijn registratiekaart) “teruggesteld van deportatie”. Isaac werd toen op 17 Augustus 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij gevangenennummer 59987 kreeg. Na enige tijd werd hij werd echter opgenomen in het gevangenenziekenhuis in Blok 20. Daar werden patiënten met besmettelijke ziekten middels dodelijke fenol injecties om het leven gebracht. Er moet van uitgegaan worden dat Isaac Vogel op 21 September 1942 slachtoffer is geworden van zo’n  “behandeling” en vanwege een “besmettelijke ziekte” met een fenol injectie is vermoord.  

De ongehuwde broers Abraham, Mozes  en Jacques Vogel kregen alle drie een oproep zich te melden in Westerbork voor het deportatietransport van 23 Juli 1942. Zij kregen tijdelijk uitstel van deportatie, hetwelk hen op verschillende data door de Joodse Raad werd verleend: Abraham op 24 Juli, Jacques op 25 Juli en Mozes op 27 Juli. Als uitstel verleend werd, moest er ook een nieuw vervoersbiljet worden uitgeschreven. De broers kregen derhalve dan ook een B.N.H.  – een Biljet Naar Hooghalen, en zijn uiteindelijk alle drie op 31 Juli 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij na aankomst zijn  tewerkgesteld maar onbekend is waar en wanneer zij om het leven zijn gekomen. Na de oorlog hebben de Nederlandse Autoriteiten vastgesteld dat Abraham Vogel, Mozes Vogel en Jacques Vogel op 30 September 1942 in Auschwitz zijn overleden.

Dan was er nog de 25-jarige metaalbewerker Joseph Vogel, die geboren was op 13 December 1916. Ook Joseph werd op 24 Juli 1942 opgeroepen voor transport naar Auschwitz maar zijn vertrek naar Westerbork werd meerdere malen uitgesteld. Hij moest zich op 4 Augustus daar melden, waartoe hem na het uitstel van transport naar Westerbork een Biljet Naar Hooghalen werd verstrekt (B.N.H.). Joseph werd op 7 Augustus 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij het gevangenennummer 57669 kreeg en tewerkgesteld werd, onbekend echter waar. Joseph is,  net als zijn broer Isaac, ook i in het gevangenenziekenhuis in Blok 20 terechtgekomen, waar gevangenen d.m.v. een fenol injectie werden gedood. Niet onaannemelijk is dat ook  Joseph Vogel daar op die wijze werd vermoord op 15 November 1942.

Bronnen o.a. Het stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Salomon Vogel, Sara Roodveldt en hun kinderen Isaac, Leentje, Joseph, Jacques, Mozes, Trijntje, Abraham, Anna en Jansje Vogel; woningkaart Lange Houtstraat 38 met verwijzing naar Asterdorp;  het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van genoemde personen; informatie van Raymund Schütz aangaande BNH en terugstellingen van deportatie; overlijdensaktes uit de A-registers van Amsterdam; website Museum & Memorial Auschwitz-Birkenau/Auschwitz Prisoners – diverse personen Vogel en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden