Ik heb een aanvraag gedaan voor Stolpersteine voor deze gezusters, die vanaf oktober 1940 tot ergens in het najaar van 1942 hebben gewoond op adres Frans Halsstraat 46 te Utrecht. In het najaar van 1942 zijn ze zeer waarschijnlijk ondergedoken. Vermoedelijk zijn zij opgepakt op hun onderduikadres. Zij werden op 19 mei 1943 binnengebracht in Kamp Vught, van waar zij op 23 mei 1943 naar Westerbork zijn vervoerd. Daar kwamen zij in een strafbarak terecht, wat het vermoeden bevestigt dat ze op een onderduikadres werden opgepakt. Op 25 mei werden zij naar Sobibor gedeporteerd, alwaar ze op 28 mei 1943 meteen bij aankomst moeten zijn vergast.
Als ongetrouwde vrouwen hebben Roosje en Lea geen kinderen nagelaten. Ook van de andere kinderen van het gezin waar ze opgroeiden zijn geen nazaten bekend. Hun oudere broer Mozes (geb. 1881) overleed in 1927, hun zus Naatje (geb. 1886, eveneens ongetrouwd gebleven) overleed in 1936, van hun jongste broer Salomon (geb. 1890) is het laatste spoor in het online Rotterdams Stadsarchief dat hij in 1913 naar Amerika zou zijn vertrokken. (Het 2e kind van het gezin was ook een Salomon, maar die heeft na zijn geboorte in jan.1883 nog maar een jaar geleefd.) Hun ouders waren Joseph van der Sluijs (1854-1891) en Truitje Stad (1859-1897).
Van verschillende neven en nichten, zowel van vaders als moeders kant, staan ook pagina’s op joodsmonument.nl
Zo waren Marcus, Mozes, Michel, Andries, Elias, Eva (gehuwd Kleerekooper) en Saartje (gehuwd Meijer) de Haan volle neven en nichten via de tante van Roosje en Lea, Francina van der Sluijs (1859- ?), die was getrouwd met Joseph de Haan (1857-1930). Marcus, Michel, Andries, Elias, Eva en Saartje hebben als Joodse oorlogsslachtoffers ook ieder een pagina op dit monument.
Hanna (gehuwd Gotlib), Lea (gehuwd de Leeuwe), Elisabeth Sabella en Aron van der Sluijs hebben ook ieder een pagina op dit monument als Joodse oorlogsslachtoffers; zij waren nichten en neef via de oom van Roosje en Lea, Louis van der Sluijs (1857-1919), die gehuwd was met Sara Cohen (1860-1915).
Truitje Stad, de moeder van Roosje en Lea, had een oudere broer: Meijer Salomon (1857-1940), die getrouwd was met Sara Schaap (1862-1943). Meijer Salomon en Sara kregen 9 (?) kinderen, van wie er 6 ook in een vernietigingskamp werden vermoord: Salomon Meijer, Hendrika (gehuwd Manheim), David, Maurits, Isaac en Barend Stad.
Van al deze nichten en neven zijn veelal ook de echtgenoten en kinderen in Auschwitz of Sobibor vermoord.