Verhaal

Esther Aron Zuckermann in Bilthoven

onderzoeksresultaten bij het leggen van een struikelsteen door de Stichting Struikelstenen De Bilt

Esther Emma Aron-Zuckermann is in 1933 weduwe geworden en zij in 1936 vanuit Hamburg naar Nederland geëmigreerd en heeft in De Bilt / Bilthoven op verschillende adressen gewoond. ( Rembrandtlaan 65 , Beethovenlaan 8, Paulus Potterlaan 20). In 1939 heeft haar zoon Manfred Aron (geb.19-06-1893) zich bij haar gevoegd. Vanaf 10 april 1941 woonden zij in de Overboslaan 50. In de zomer van 1942 is Esther Emma Aron Zuckermann onder dwang naar Amsterdam verhuisd en daar heeft zij gewoond op Roerstraat 111 en vanaf december 1942 op Uiterwaardenstraat 75 II. Het is niet bekend wanneer zij in Kamp Westerbork is aangekomen maar bij we zien haar naam terug op de transportlijst naar Sobibor op 23 maart 1943. Aangenomen wordt dat alle mensen die in dit transport zaten direct na aankomst in op 26 maart 1943 in de gaskamers zijn vermoord. Esther Emma Aron-Zuckermann was toen 79 jaar oud

 Manfred Aron heeft de oorlog overleefd en heeft daarna nog tot 23-10-1950 in de Overboslaan 50 gewoond. Op de woningkaart staat vermeld dat hij vóór 10-4-41 woonde op Nicolailaan 17 en na  23-10-50 op de Koppellaan 1. 

In het Algemeen Handelsblad van 10 maart 1969 staat een overlijdensbericht van rabbijn Aron :

Op 78 jarige leeftijd is in Bilthoven, waar hij de laatste jaren woonde, de heer Manfred Aron overleden. De heer Aron die in Hamburg was geboren, was in de vooroorlogse jaren leraar bij de joodse gemeente te Wiesbaden. In 1938 nam hij de wijk naar ons land waar hij in ‘t Sticht de onbenoemde rabbijn werd van de vele joodse vluchtelingen uit Duitsland. Na de oorlog keerde hij naar Duitsland terug. Hij werd in de joodse gemeente van Frankfurt als voorganger benoemd tot hij zich in 1961 opnieuw in Bilthoven vestigde. Zijn stoffelijk overschot zal in Jerusalem worden begraven.

In Duitsland heeft hij zijn echtgenote moeten achterlaten met hun acht kinderen en zijn vier kinderen uit een eerder huwelijk dat eindigde door het overlijden van zijn eerste vrouw. Geen van hen allen heeft de oorlog overleefd. Vanaf 1942 heeft hij in de Overboslaan 50 ondergedoken gezeten bij mevrouw Meulmeester. Hij beschrijft dat hij zich schuilhield in een muurnis van circa 100 cm hoog, 80 cm lang en 50 cm breed, achter een hoge wascommode. Latere bewoners hebben bij een verbouwing deze schuilplek teruggevonden.

Er zijn ook bronnen die beschrijven dat Salomon Heertjes, de opperrabbijn van Noord-Brabant, ondergedoken heeft gezeten in Overboslaan 50. Dat zijn dus twéé ondergedoken rabbijnen op één adres. Ook Salomon Heertjes heeft de oorlog overleefd.