Verhaal

Gezin Mozes en Eve Simons-van Lochem

Mozes Simons en Eva (Eve) van Lochem kregen acht kinderen, vijf zonen en drie dochters, waarvan het de oudste dochtertje Elisabeth nog geen jaar oud werd. Haar later geboren zusje werd ook Elisabeth genoemd. Moeder Eve was geboren in Londen, waar haar Nederlandse vader enkele jaren in de tabaksindustrie werkte. Haar naam is een verengelsing van Eva van Lochem.

Het gezin woonde vanaf 1931 in de Rapenburgerstraat. Het was voor vader Mozes niet eenvoudig zijn grote gezin te onderhouden. Hij was straatventer en handelde in het centrum en in Amsterdam-Oost in lompen en gedragen kleding. Geregeld zat hij in de Steun en zodra het mogelijk was, moesten zijn zoons en dochters bijdragen aan het gezinsinkomen. Enkele kinderen werden door de instanties die het gezin ondersteunden naar een vakantiekolonie aan zee gestuurd om aan te sterken, mede ‘omdat het gezin zichzelf altijd probeert te redden’, zo schreef een ambtenaar in het Steundossier.

In november 1939 werd in het Nederlands-Israëlietisch Ziekenhuis (NIZ) hun kleindochtertje Eve geboren.  Eve, zou de vernoeming van haar kleindochter niet meer meemaken. Zij was op 28 september 1939 overleden en werd op 1 oktober 1939 begraven op de Joodse begraafplaats in Diemen.

Van het grote gezin Hijmans was de enige overlevende de oudste broer Louis die tijdens de bezetting ‘gemengd’ gehuwd was.

Gebaseerd op onderzoek en verhaal van Wally de Lang.