Verhaal

Biografie Blanca Stauss-Batscha

Blanca Strauss-Batscha

Blanca Batscha is op 26 januari 1895 geboren in Holleschau (Moravië), als dochter van Moritz Batscha (?-1915) en Hanni Adler (1860-1943). Blanca heeft een broer, Theodor, en een zuster, Renee (1898-2002). Renee verhuist naar Amerika en overleeft de oorlog. Ook Theodor weet op tijd Amerika te bereiken en overleeft eveneens de oorlog. De moeder van Blanca, Hanni Batscha-Adler, blijft tijdens de oorlog in Holleschau wonen en overlijdt uiteindelijk in 1943 op 82-jarige leeftijd in concentratiekamp Theresienstadt.

Blanca Batscha trouwt op 15 augustus 1920 in Wenen met de 13 jaar oudere Heinrich Strauss, een garenfabrikant, die op 26 september 1881 in Borschitz (thans Boršice in Tsjechië) is geboren. Het echtpaar blijft kinderloos.

Blanca en Heinrich Strauss vragen in juni 1938 in Wenen een visum voor de Verenigde Staten aan. De omstandigheden in Wenen zijn van dien aard dat Heinrich zijn garenfabriek niet langer kan voortzetten. Omdat zij nog steeds niet zijn toegelaten tot de Verenigde Staten, besluiten ze naar Nederland te vluchten. In een verslag van de politie te Voorburg staat dat ‘na de laatst plaats gehad hebbende antisemitische uitspattingen (waarschijnlijk de Reichskristallnacht) is hij (Heinrich), met zijn vrouw, uit angst voor lijfsgevaar gevlucht.’

Het echtpaar is door een onbekende Hollander per auto van Keulen naar een kleine gemeente in Nederland gebracht, waar ze een treinkaartje kregen voor de trein naar Den Haag. Op 7 december 1938 melden zij zich bij de vreemdelingendienst in Voorburg. Zij worden als illegale vreemdelingen beschouwd. In afwachting van de behandeling van hun visumverzoek voor de Verenigde Staten willen ze in Nederland blijven.

 Heinrich Strauss wordt op 5 januari 1939 opgenomen in het vluchtelingenkamp te Hoek van Holland. Waarschijnlijk omdat de instanties van mening zijn dat hij over onvoldoende middelen van bestaan beschikt. Volgens het politierapport beschikt hij over ten hoogste duizend gulden. Heinrich verblijft ook enige tijd in het kamp Zeeburgerdijk van waaruit hij op 31 juli 1939 ontslagen wordt. Hij wordt herenigd met zijn vrouw Blanca, die ondertussen op verschillende particuliere adressen in Voorburg en Den Haag heeft verbleven. Volgens de persoonskaart van Blanca wonen ze vanaf 13 oktober 1939 in de Van Faukenbergestraat 45 in Voorburg. Na september 1940 mogen Joden met een niet-Nederlandse nationaliteit, zoals de vele vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk, maar ook die uit Rusland en Polen, niet langer in kustplaatsen als Den Haag wonen. De meesten vertrekken naar een andere woonplaats in Nederland. Zo ook het echtpaar Strauss-Batscha.

Eind oktober 1940 komen ze naar Oisterwijk. In eerste instantie betrekken ze woonruimte aan de Burgemeester Canterslaan 5. Op 1 augustus 1941 verhuizen ze naar de Kerkstraat 33 (Wijk A 16). Ze wonen er net twee maanden als Heinrich op 16 oktober 1941 plotseling komt te overlijden. Hij wordt begraven op de joodse begraafplaats aan de Hondsbergselaan in Oisterwijk.

Na het overlijden van haar man breekt er voor Blanca een zware tijd aan. Zij ontvangt ondersteuning van de armenzorg van de joodse gemeente van Tilburg.

Op 20 oktober 1942, ruim een jaar na het overlijden van haar echtgenoot, wordt Blanca aangehouden en op 30 oktober wordt ze geïnterneerd in kamp Westerbork. Ruim twee maanden later, op 11 januari 1943 gaat zij samen met 750 medegevangenen op transport naar Auschwitz. Daar aangekomen wordt ze op 14 januari 1943 door de nazi’s in de gaskamer om het leven gebracht en vervolgens gecremeerd. Blanca is dan bijna 48 jaar oud.

Bron: Peter Slingerland. Struikelstenen in Oisterwijk. Het verleden herdenken met het oog op de toekomst. Oisterwijk: Stichting Het Kwartier van Oisterwijk, 2022.

Media bestand