Verhaal

Over het gezin Arthur Levin

Rosaline Louise Levin (Rosa) heeft als enige van het gezin Arthur Levin de oorlog overleefd. Ze vluchtte via Parijs en Normandië naar Zwitserland. Daar wachtte ze op haar ouders en broertje, zoals ze elkaar hadden beloofd. Vader, moeder en Loeki zijn nooit aangekomen. Ze werden verraden op hun onderduikadres. Door wie?

Via Westerbork kwamen ze met het laatste transport van 3 september 1944 aan in Auschwitz. Moeder Jo werd vrijwel meteen vermoord. Vader Arthur en Louki maakten de bevrijding van het kamp door het Russische leger niet mee. Toen duidelijk werd dat de Russen in aantocht waren moesten alle gevangen gaan lopen. Veel gevangen waren ziek of sterk verzwakt. Arthur ook, en hij is niet ver buiten het kamp daaraan bezweken. Loeki moest ook lopen. Hij is in het kamp Bergen-Belsen aangekomen dat op 15 april 1945 bevrijd werd door het Britse leger. Louki had tyfus en overleed op 31 mei ’45.

De jongste broer van Arthur, Leo zat ook met hen in Auschwitz. Leo was sterker en heeft kunnen navertellen hoe de 15 jarige Louki zijn best deed om voor zijn zieke vader te zorgen.