Verhaal

Gerson Blaauw en zijn gezin

Door: R.P.

Gerson Blaauw volgde een opleiding als tuinman en werd bloemist in de Ruyschstraat in Amsterdam. Hij begon in 1922 een kwekerij genaamd Hasjomeer in Weesperkarspel aan de Abcouderstraatweg bij de Bijlmermeer. Daar kweekte hij bloemen, groente en fruit maar vooral werd hij bekend om de ontwikkeling op koshere wijze, uniek in Nederland en misschien in de hele wereld, van nieuwe soorten mirtetakken die bij het Loofhuttenfeest gebruikt worden. In 1926 is hij getrouwd met Rosina Frenk. Zij laten een huis op het land bij de Bijlmer bouwen en verhuizen daarnaartoe. Twee kinderen, Levie(Loetje) en Branca (Branco) worden geboren. De kwekerij trekt bezoek van verschillende verenigingen en van het rabbinaat. In augustus 1941 verhuist het gezin naar Amsterdam. Reden is waarschijnlijk een vechtpartij maar tegelijkertijd is duidelijk dat Blaauw vóór 1 september 1942 zijn grond moet hebben verkocht aan een niet-jood. 

Over de familie Blaauw in Amsterdam en tegenover het Fort Bijlmer, aan de kwekerij, aan het gezin, en hun wedervaren tot zij in Auschwitz worden omgebracht, heeft Ruud P. Siekerman een uitgebreid artikel geschreven in het Historisch Nieuwsblad van Ouder-Amstel, Speuren en Ontdekken, Ook dit was Duivendrecht, Wat verdween voor de aanleg van het spoor, de metro en de Venser, augustus 2022, pag. 58-67.