Biografie

Het lot van Sophia Betje Boas-Mossel.

Sinds 29 December 1921 weduwe van Abraham Juda Boas.

Sophia Betje Mossel was een dochter van Meijer Jozua Mossel en Lea Joseph Fedder en was op 25-10-1862 in Amsterdam geboren. Zij trouwde daar op 4 November 1885 met de kruidenier Abraham Juda Boas, een zoon van Juda Abraham Boas en Grietje Cohen. Hij was eveneens in Amsterdam geboren op 13 April 1863. Op 23 September 1886 werd hun dochter Margaretha geboren en op 22 November 1887 werd Lea geboren, die echter al binnen twee maanden, op 19 Januari 1888 overleed.

In October 1921 besloot het gezin Boas te verhuizen naar Antwerpen. Daar werden zij op 28 October 1921 geregistreerd op het adres Boomgaardstraat 177. De registratie van 28 October en ook nog van 5 November 1921 werden ondertekend door Sophia Mossel, met daarbij de opmerking dat haar echtgenoot ziekelijk was.

Een andere bemerking bij de registratie in België, door de adjunct commissaris gemaakt op 31 October 1921 was, “dat zij er daadwerkelijk woonachtig zijn, dat zij beiden geen beroep uitoefenen, maar zij zouden volgens bekomen inlichtingen genoeg liggend geld hebben om nog enige tijd in hun onderhoud te voorzien”. Echter al op 29 December 1921 overleed Abraham Juda Boas in Antwerpen, waarop zijn weduwe Sophia Betje Boas-Mossel in Maart 1922 naar de Bouwhandelstraat 68 in Borgerhout verhuisde.

Vermoedelijk is Sophia daarna nóg een keer in de gemeente verhuisd, naar de Dodoensstraat 15 in Borgerhout. Die gemeente heeft op 7 Juni 1948 in een z.g. Bericht van Vertrek haar als de weduwe van Abraham Juda Boas, ambsthalve uit het Bevolkingsregister geschrapt wegens vertrek naar een onbekend adres.  

Sophia  Betje Boas bleek op 24 October 1942 met het 14e konvooi (XIVe) te zijn gedeporteerd vanuit het verzamelkamp Kazerne Dossin in Mechelen naar Auschwitz. Ook haar dochter Margaretha Boas, al weduwe van Jacob van West sinds 1938, en haar aangetrouwde nicht, eveneens al weduwe sinds 1926, Esther Koekoek-van West, werden met het 14e konvooi naar Auschwitz weggevoerd en bij aankomst vermoord.

Volgens gegevens uit het Memoriaal van de Deportatie der Belgische Joden, kwam het 14e konvooi op 26 October 1942 in Auschwitz aan en vermoedelijk behoorde Sophia Betje Boas-Mossel tot de 895 vrouwen die bij aankomst aldaar onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werden vermoord.

Bronnen o.a. de Antwerpse Vreemdelingen dossiers uit het Felix Archief van Abraham Juda Boas 167703 en 1120#366 (Sophia Betje Boas, geb. Mossel); de website Open Archieven/huwelijk Abraham Juda Boas x Sophia Betje Mossel en het Memoriaal van de Deportatie der Belgische Joden, pagina 27-28 en de beeldbank kazernedossin/transportlijst van het 14e konvooi met de aanvangsdatum 15 October 1942.

Alle rechten voorbehouden