Verhaal

Het gezin Abramowicz, Max en Erna

beheerders van een roemrijk huis

Door: Chris Brand

Het echtpaar woonde voor korte tijd tussen 1941 en 1942 in het huis aan de Lasondersingel als beheerders namens de familie van Hugo Hedeman. Hun opdracht was om de verkoop van het huis en de inboedel af te handelen. Daar kwam echter weinig van terecht. Het gezin Abramowicz was op 15 november 1938 in Nederland aangekomen vanuit Duisburg en had blijkbaar contact gekregen met de eigenaar van het huis.

Het huis aan de Lasondersingel 138 tegenover het Rijksmuseum Twente was getuige van vele gebeurtenissen die niet allemaal even plezierig waren. De bouwer van het huis in 1925 was de advocaat ten Bruggencate. Hij had door overmatig drankgebruik een slechte reputatie gekregen en werd in 1928 ontslagen. Het huis werd toen gekocht door de textielfabrikant Hedeman die het ingrijpend verbouwde en geschikt maakte voor een kosher huishouden. In 1930 liet hij in de tuin een provisorische schuilkelder aanleggen naar aanleiding van de politieke gebeurtenissen in Duitsland.

In november 1941 moest de familie vluchten en de afhandeling van het huis werd aan Max en Erna toevertrouwd. Helaas kwam van het plan niets terecht omdat het ANBO het huis als joodse bezitting al in beslag had genomen. Tot 1943 kon nog wel voor korte tijd het Joods Lyceum een onderdak vinden in het huis. Het echtpaar kon met hulp van Sigmond Menko de school laten functioneren. In 1943 was het eind echter voor de familie Abramovich aangekomen. 

In 1943 werd het huis "aangekocht" door een van de eerste NSB'ers van Enschede, de taxi-ondernemer Hasperhoven. Hij werd na de oorlog veroordeeld maar bleef tot 1949 nog wel eigenaar. Het pand werd toen gekocht door de handelsagent Verhulsdonck die het huis tijdelijk leende tot 1955 aan ds. Overduin die in het verzet had gezeten.

In 1958 verkocht Verhulsdonck het huis aan de katholieke Sint Catharina Stichting dat zich inzet voor maatschappelijk werk. Er gaan stemmen op om het tot een gemeentelijk monument te verklaren.