Biografie

Over Abraham Rodrigues Parreira en zijn vrouw Jetje Brandon.

Abraham Rodrigues Parreira was een zoon van David Rodrigues Parreira en Esther Meljado. Hij begon zijn loopbaan als diamantbewerker  in Amsterdam, meer in het bijzonder als briljantversteller in sectie 3. Hij werd lid van de ANDB vanaf 8 Januari 1898. maar in zijn verdere leven bleek Abraham óók zijn brood te verdienen als sigarenwinkelier.

Op 8 Augustus 1898 trouwde hij in Amsterdam met Jetje Brandon, een dochter van Aäron Brandon en Mietje Drievoet. Jetje was geboren op 19 November 1873. Na hun huwelijk betrokken zij een woning in de Valckenierstraat 51 II  in Amsterdam, verhuisden echter al in Mei 1899 naar de Lepelstraat 59, waarna nog een vijftal verhuizingen volgden, totdat zij vanaf Juni 1913 weer opnieuw in de Valckenierstraat woonden, nu op huisnummer 57 I.

Inmiddels waren zes kinderen geboren: op 30 September 1898 Mietje, gevolgd door Esther op 1 December 1899. Daarna kwam Hendrika op 16 Juni 1902 en Judith op 27 September 1903. Hun enige zoon Aäron werd geboren op 20 Juni 1907 en als laatste kwam Benvenida op 10 Juli 1914 ter wereld.

Het gezin woonde in Amsterdam in de Valckenierstraat 57 I. Maar op 8 Maart 1924 vertrok Abraham alléén naar Antwerpen waar hij ging werken als diamantversteller bij de fa. Mozes Zomerplaag in de Nottebohmstraat 43 in het Antwerpse district Zurenborg, en verdiende daar 150 Bfrs per week. Hij woonde in de Boomgaardstraat 199 in Berchem, slechts enkele straten van de fa. Zomerplaag verwijderd.

Toen Abraham verzocht werd om op 23 Juni 1924 te verschijnen op het Vreemdelingenbureel bij de Politie van Antwerpen om zijn permanente toelating tot verblijf te ontvangen, bleek dat hij al drie weken daarvoor weer was vertrokken naar de Valckenierstraat 57 in Amsterdam, waar zij vrouw en kinderen woonden.

In September 1927 verhuisde het gezin Rodrigues Parreira vanuit de Valckenierstraat naar de Koningstraat 35, waarna opnieuw nog een negental verhuizingen volgden. Op 1 Augustus 1938 woonden zij in de Leeuwenhoekstraat 1a in Amsterdam en op 7 October 1939 volgde hun laatste verhuizing naar de Plantage Muidergracht 67 hs + 1e etage.

Abraham Rodrigues Parreira overleed echter op 19 December 1940  in Amsterdam. Zijn weduwe, Jetje Brandon bleef wonen op de Plantage Muidergracht, totdat zij op 10 September 1942 werd opgepakt naar Westerbork werd afgevoerd en vervolgens vanuit Westerbork op 28 September 1942 op transport gesteld werd naar Auschwitz. Daar werd zij bij aankomst op 1 October direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Abraham Rodrigues Parreira en Aäron Brandon; archiefkaarten van Abraham Rodrigues Parreira en Jetje Brandon; het Antwerps Vreemdelingen dossier 176863 image 225-230; Lidmaatschap ANDB/Abraham Rodrigues Parreira; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jetje Rodrigues Parreira-Brandon en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden