Verhaal

De Palestina Pioniers van de Oosterparkstraat

Door: Manja

Memoires Louis Goldwein, waarin hij expliciet de Oosterparkstraat noemt als 'Beth Chaluz'.  

Bij de inval van de politie in juni 1942 waren de aanwezige bewoners: hijzelf (hij noemt zichzelf Ludi) en zijn broer Arthur, Hans Rolf Stern en Gideon Drach.

(Ik ga er van uit dat hij zich vergist en dat het om juni of juli 1941 gaat)

Bron: Ghetto Fighters' House

Het adres:  Eerste Oosterparkstraat 90 was vanaf 1939 een zogenaamd 'Beth Chalutz' huis: dwz een huis voor Palestina Pioniers, ook wel 'chaloetsiem' genoemd. Ze bereidden zich voor op een leven in Palestina, waar ze het land zouden gaan ontginnen en een bestaan opbouwen.

Ik schrijf dit verhaal over de bewoners van dit huis in zn geheel, omdat ze niet zomaar een aantal huisgenoten waren. Het was een groep mensen die gezamenlijk leefden, met een gedeeld doel: leven in Palestina. Hun leven stond in het teken van het zich voorbereiden hier op, vooral door middel van het volgen van een agrarische opleiding. Zo'n opleiding noemt men 'hachsjara'. Het grootste Beth Chalutz huis waar men zo'n hachsjara opleiding kon volgen stond in Deventer. Kleinere huizen in Amsterdam waren aan de Oosterparkstraat en de Tolstraat.

Ik ga er van uit dat er meer mensen in het kader van de hachsjara aan de Oosterparkstraat hebben gewoond, die ik niet in deze tekst noem.

Van de bewoners van dit huis zoals op joods monument te vinden zijn, heeft alleen Louis Goldwein overleefd. Op de eerste foto die ik toevoeg een stuk uit zijn memoires. Hij schrijft ook over de arrestatie van de op dat moment nog overgebleven Oosterparkstraat-bewoners door de bezetter in juni 1942. Louis zelf werd weer vrijgelaten omdat hij zo jong en klein van stuk was. Louis Goldwein kwam in november 1944 in Haifa aan. Hij leefde in Ramat Gan, Tel Aviv, met zijn vrouw en 3 kinderen, en ook met zijn oudere zus.

De Palestina pioniers hebben in groepjes proberen te vluchten en/ of onderduiken. Bij velen was dit succesvol, bij velen helaas ook niet.

Abraham (Bram) Pijer werd in 1913 geboren in Amsterdam. Brams leven stond al jaren in het teken van zijn idealen: van zijn hand zijn behoorlijk wat geschriften te vinden. Bijvoorbeeld in 1935 schrijft hij in zijn zionistisch tijdschift ‘Haboneh’: “Nieuwe levensgewoonten en een buitengewoon lange arbeidsdag stellen aan ons uithoudingsvermogen en onze energie zeer zware eisen… En toch…. onze Zionistische overtuiging zal ons hiertoe de kracht moeten schenken. Dan kan het niet anders zijn, of we zullen aanstonds gesterkt en door de arbeid gelouterd gereed staan om onze plicht te vervullen, om ons aandeel te nemen in de ontzaglijke taak waarvoor vandaag het Joodse Volk zich geplaatst ziet: DE OPBOUW VAN ZIJN EIGEN TEHUIS.”

Brams zusje Elisabeth (Liesje) zou de oorlog overleven als onderduikster: zij is mijn oma.

Anne Rose Dreijfus werd in 1918 in Sulzbach, Duitsland, geboren als oudste van 3 kinderen. In januari  1939 ging haar broertje Walter Otto, toen 13 jaar oud, via een kinder-transport naar Nederland. 3 Maanden later kwamen ook Anne Rose en haar zusje Lilli naar Nederland. Allebei bereidden ze zich voor op de Hachshara. Anne Rose woonde niet alleen in het Hachshara huis in de Oosterparkstraat, maar ook op de Tolstraat.

Anne’s jonge broertje Walter Otto kon op 5 november 1944, via Lissabon naar Israel ontkomen.

Arthur Goldwein is de broer van eerder genoemde Louis. Arthur werd in 1913 in Meimbressen, Duitsland geboren, als middelste kind in een gezin van 5 kinderen. Begin 1938 vluchtten hij en zijn broer Louis naar Amsterdam. Arthur zette zich serieus in voor zijn toekomst in Palestina. Hij doorliep verschillende landbouwstages.

Emanuel Cohen werd in 1916 in Amsterdam geboren als jongste in een gezin van 2 kinderen. Hij was net als Bram Pijer een pionier in de Deventer Vereniging. Ook Emanuel Cohen had al verschillende stadia van zijn voorbereiding doorlopen. Zoals landbouwstage’s in verschillende delen van het land. Emanuels moeder Elisabeth Cohen- Salomons en broer Lodewijk Cohen overleefden de oorlog.

Hans Rolf Stern was geboren in Breslau, dat toen nog onderdeel van Duitsland was, in 1920. Zijn moeder had reeds een 2-jarige zoon toen hij geboren werd. Nadat Hans Rolf geboren werd volgde er nog een broertje genaamd Gunther, die de oorlog zou overleven. Zijn vader overleed toen hij 7 jaar oud was.

Toen Hans Rolf 15 was kwam hij naar Nederland als vluchteling. Hij is in januari 1941 in het huis aan de Oosterparkstraat komen wonen.

Naast de op deze site aan het adres gekoppelde mensen, waren er nog drie bewoners die ook overleefden.

De eerste is Walter (Uri) Koch, geboren in 1910 in Polen, waarvan ook in het stadsarchief te zien is dat hij officieel op dit adres woonde. Walter Koch heeft de oorlog als politiek gevangene overleefd, en is daarna ook naar Palestina gegaan. Hij leefde daar als Uri Kochba. Hij heeft een flinke bijdrage gedaan aan de archieven van 'The Ghetto Fighters' house: een verzameling documenten om de Holocaust en de vernietigde gemeenschappen te herdenken: waaronder naast memories en brieven die aan hem door zijn mede-Pioniers (waaronder Bram Pijer van de Oosterparkstraat) zijn geschreven, een hoop schilderijen die hij maakte. Walter (Uri) Koch is in 2001 in Israel overleden.

De tweede is Gideon (Thomas) Drach. Uit de de memoires van Louis Goldwein valt op te maken dat ook hij op de Oosterparkstraat verbleef. Hij was in 1916 in München geboren. Met één joodse ouder werd hij als 'half-jood' beschouwd en hoefde hij ook geen ster te dragen.  In 1944 is hij alsnog opgepakt en naar Westerbork gedeporteerd, maar is daar dankzij een mede-Palestina pionier (Kurt Walter) uit ontsnapt. In de oorlog distribueerde hij valse persoonsbewijzen. Hij emigreerde in 1948 naar Israel, en heeft daar ook weer contact gehad met Louis Goldwein en Uri Koch: ze hebben alle 3 bijdragen gedaan aan de archieven van 'the Ghetto Fighters' House'. Hij is in 1990 in Haifa overleden. 

De derde is Sophia van Coevorden. Zij werd in 1917 in Coevorden geboren. (Dit is geen fout, haar naam is dezelfde als haar geboortestad.)  In 1941 woonde ze nog in Amsterdam, en was ze net als Bram veelvuldig aan het corresponderen met Uri Koch in het POW camp. Zij is in 1942 getrouwd met Joachim Simon, en na de oorlog met Uri Koch. In Israel leefde ze van 1945 tot 2001 onder de naam Adina Kochba.
Adina schrijft in juli 1945 in een brief aan de familie Pinkhof dat ze zo blij is te horen dat zij gered zijn: aangezien ze er al aan gewend raakte de ene na de andere vriend te verliezen. Ze is dan sinds 3 weken in Palestina. Ze begint dan al meteen met het achterhalen wat er gebeurd is met haar mede-pioniers en ze probeert mensen naar Israel te halen, waaronder het kindje van haar broer. Voor het archief van the Ghetto Fighters’ House stelde ze veel documenten beschikbaar, interviewde ze mensen en vertaalde ze documenten van het Nederlands naar het hebreeuws.
Adina's broer Louis is na de oorlog naar Israel gegaan met zijn familie: ook hij leefde in Ramat Gan (de plaats waar Louis Goldwein en zijn zus ook uiteindelijk zouden overlijden.)

Verantwoording: behalve de tekst van Bram Pijer in 'Haboneh', komen de afbeeldingen die ik bij deze tekst voegde van 'Ghetto Fighters' House'.  

Het archief is hier raad te plegen: https://infocenters.co.il/gfh/search.asp?lang=ENG 



Een duidelijk tekst met informatie over de achtergrond van de idealen van de Palestina Pioniers is hier te vinden:
https://www.joodsamsterdam.nl/hachsjara/