Biografie

Over Abraham Dingsdag, zijn vrouw Aaltje de Beer en hun drie zonen Levie, Daniel en Salomon Alexander Dingsdag.

Abraham Dingsdag was het tweede kind van Levie Dingsdag en Mietje Theeboom. Hij was geboren in Amsterdam op 9 Februari 1897. De eerstgeborene in het gezin van Levie Dingsdag was Mozes, die op 19 Maart 1896 werd geboren maar al op 3 April 1896 overleed, slechts twee weken oud. Het gezin van Levie en Mietje breidde zich gestaag uit; zo kreeg Abraham nog tien broers en zussen, waarvan één zoon – opnieuw Mozes genoemd - al na bijna twee maanden na zijn geboorte in 1899 stierf en waarvan hun zoon, Joseph, de Holocaust heeft overleefd. Alle anderen, waaronder ook Abraham zelf, werden met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord.

Volgens zijn inschrijving bij de Nationale Militie in 1916 kreeg Abraham een jaar uitstel tot 1917 omdat hij kostwinner was. Als beroep was aangegeven: “militair kleermaker”. In April 1917 werd hij goedgekeurd voor de militie al was zijn gehoor geene 100% en werd geschikt geacht voor de “Jagers”. Hij vroeg en kreeg plaatsing bij de Veld Artillerie in Amsterdam. Op 20 Maart 1919 met bewijs van ontslag uit de dienst, zijnde de verleende vrijstelling, ingegaan 2 Juni 1919.

Op 27 October 1920 trad hij in Utrecht in het huwelijk met Aaltje de Beer, een dochter van Daniel de Beer en Ganna Salomons;  zij was geboren in Sappemeer op 7 Mei 1897. Samen kregen zij drie kinderen, t.w. Levie in 1921,Daniel in 1922 en Salomon Alexander in 1926. Abraham veranderde tevens van beroep: hij werkte hij niet meer als kleermaker maar werd poelier.

Hij woonde met zijn vrouw Aaltje in bij Gosselaar in de Korte Dijkstraat 24 maar eind November 1921verhuisden zij naar de Rechtboomstoot 95. In September 1926 betrokken zij een woning in de Grote Kattenburgerstraat10 I en vanaf 1927 woonden zij op verschillende adressen in de nieuwe delen van Amsterdam Oost, waar zij op 14 November 1938 uiteindelijk terecht kwamen in de Retiefstraat 99 II, wat tevens hun laatst bekende adres in Nederland zou blijken te worden.

Op 16 Juli 1942 hebben de kinderen Levie en Salomon Alexander kennelijk gehoor gegeven aan de oproep voor de z.g. Arbeitseinsatz en op 17 Juli waren zij in Westerbork geregistreerd. Op 21 Juli 1942 werden zij naar Auschwitz gedeporteerd waar zij na aankomst aldaar op 23/24 Juli als dwangarbeiders tewerkgesteld werden. Na zo’n 5 ½ week, op 1 September 1942 werd de 16-jarige Salomon Alexander in Auschwitz vermoord. De “Sterbebücher” tonen wél de datum van het lot van Salomon Alexander, maar niet van zijn 21-jarige broer Levie. Van beiden is echter na de oorlog door de Gemeente Amsterdam een officiële overlijdensakte opgemaakt met als overlijdensdatum en plaats: 30 September 1942 in Auschwitz.

Abraham Dingsdag zelf, zijn vrouw Aaltje de Beer en hun 20-jarige zoon Daniel werden begin Februari 1943 gearresteerd en als gevangenen afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Zij verbleven daar totdat zij op 31 Maart vanuit Vught doorgestuurd werden naar Westerbork, waar zij ondergebracht werden in barak 57. Op 6 April volgde deportatie naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 9 April 1943 werden Abraham Dingsdag, zijn vrouw Aaltje Dingsdag-de Beer en hun zoon Daniel Dingsdag onmiddellijk in de gaskamers vermoord.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Levie Dingsdag en Abraham Dingsdag, archiefkaarten van Abraham Dingsdag, Aaltje de Beer en van Levie, Daniel en Salomon Alexander Dingsdag; Registratie Amsterdam van Abraham Dingsdag bij de Nationale Militie; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Dingsdag, Aaltje de Beer en van Levie, Daniel en Salomon Alexander Dingsdag en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden