Jeannette Gobes was de tweelingzus van Judith Gobes, geboren op 9 Januari 1924 als dochter van Mozes Gobes en Clara Kapper. Jeannette woonde thuis in de Blasiusstraat 130 hs. In tegenstelling tot haar zus Judith was zij ongehuwd. Zij werkte als kleermaakster, japonnennaaister en inpakster van surrogaten.
Haar vader Mozes Gobes had een kapperszaak in de Blasiusstraat 130 hs. Hij was in het bezit van de bijzondere vrijstelling “Joodsch Lokaal”. Als onderdeel van de anti-Joodse maatregelen die de Duitsers doorvoerden, kon de nog niet gedeporteerde Joodse bevolking (verplicht) terecht in speciale Joodse winkels die aangemerkt waren als “Joodsch Lokaal”. Door deze vrijstelling van haar vader, was het hele gezin Gobes, ook Jeannette, voorlopig vrijgesteld van deportatie.
Daarbij was Jeannette ook zelf nog “gesperrt” als “naaister weermacht”. Zij behoorde tot de z.g. groep Rüstungsjuden, waartoe zij een Sperrenummer kreeg in de serie 60.000, nr. 61950. Echter op 14 Mei 1943 verbood Rauter alle Joden om zich na 21 Mei zonder toestemming in Amsterdam op te houden. Alleen zij met een bewijs van uitstel, een “Sperre”, mochten langer blijven.
Jeannette Gobes bezat zo’n bewijs van uitstel, maar werd toch tijdens de razzia van 20 Mei 1943 opgepakt en weggevoerd naar Westerbork. Daar kwam zij terecht in barak 55 en op 25 Mei op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 28 Mei 1943 werd zij met de meer dan 2850 andere gedeporteerden, onmiddellijk in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Mozes Gobes, archiefkaarten Mozes Gobes en Jeannette Gobes; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Jeannette Gobes; website het Geheugen van Oost/razzia 20 Mei 1943 en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl