Maria ("Mien") Mol (Rotterdam, 21-03-1894), dochter van Antje Philippina van den Berg en Gerson Mol, was het zevende kind van de familie. Voor haar kwamen Salomon Gerson en Judith (beiden als baby al gestorven), Judith, Salomon (barbier, zie het verhaal van Salomon Mol, Barbier op het Hang te Rotterdam) en Minetta (waarschijnlijk ook als klein kind gestorven). Zij trouwde met Henri Joseph Marie Koremans op 11-10-1916 en bekeerde zich tot het Katholieke geloof. Henri Koremans was een belangrijke man in de Rotterdamse haven en zou het naar verluidt niet zo nauw genomen hebben met de belofte van de huwelijkse trouw. Hij wilde van haar scheiden, maar zij zou dit altijd geweigerd hebben. Tijdens de oorlog heeft hij haar aangegeven bij de Duitsers en is zij afgevoerd naar Theresiënstad en zou zij ook naar Ravensbrück zijn gebracht. De strafpleiter Donkers (?) zou haar in eerste instantie terug naar Nederland gehaald hebben, maar later is zij toch nogmaals gedeporteerd en uiteindelijk omgekomen op 07-03-1944 in Auschwitz. Het enige wat zeker is, is dat zij in Auschwitz is omgekomen. De rest is overlevering van een van de kinderen van Maria's broer Bernard Mol (geboren 03-01-1902) die de oorlog overleefd heeft en in mei 1993 te Spijkenisse is overleden.