Verhaal

Aron Zwarts

opgepakt bij de razzia op zaterdag 22 februari 1941 Auteur Wally M. de Lang

Aron en zijn broer Levie Zwarts waren de twee middelste kinderen uit het gezin van Abraham Zwarts en Sara Wertheijm. Ze hadden nog een oudere zus, Betje, en een jonger zusje, Heintje. Vader Abraham had in de loop der jaren verschillende banen: eerst was hij slager, daarna werd hij koopman in haring en later in fruit. Ook moeder Sara stond enige tijd op de markt, waar ze levensmiddelen verkocht.

Aron, Levie en hun zussen groeiden op in de Korte Koningsstraat en in de Monnikenstraat, in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt. Aron volgde zes jaar lager onderwijs op een van de scholen in de buurt, zijn broer Levie zeven jaar. Daarna gingen ze aan het werk om bij te dragen aan het gezins-inkomen. Levie werd slager, Aron werkte als ʻfietsjongenʼ. Over het leven van beide broers is verder niets bekend.

Oudste zus Betje, lingerienaaister, was de eerste van de kinderen Zwarts die in het huwelijk trad. Zij trouwde in 1935 met Simon van Bever, zoon uit een zeer arm gezin van lompenventers uit de oude Jodenbuurt.

Tijdens de razzia van zaterdag 22 februari 1941 werden Aron en Levie opgepakt. Tot de slachtoffers behoorden ook de echtgenoot van hun zus Betje, Simon van Bever, en twee van zijn broers, Samuel en Salomon van Bever. De ouders van Aron en Levie kwamen na de arrestatie van hun zoons onmiddellijk in financiële moeilijkheden, omdat vader Abraham ziek was en nu geen inkomsten meer had. Hij meldde zich daags na de razzia’s bij het kantoor van de Joodse Coördinatiecommissie, waar hij
fl. 7,50 kreeg om de eerste nood te lenigen.

De opgepakte mannen werden via Schoorl op 27 februari 1941 per trein overgebracht naar Buchenwald. De 20-jarige Aron stierf daar op 15 mei 1941 in het kampziekenhuis. Als ‘officiële’ doodsoorzaak werd in de kampregistratie ʻLungenentzündung linksʼ vermeld. Toen de Sicherheitspolizei het doodsbericht bij de ouders kwam aanzeggen, kon zij niet vertellen wie van de twee zoons was omgekomen. Abraham en Sara benaderden de Joodse Raad, die op zijn beurt het Rode Kruis om inlichtingen vroeg. Die beloofde in Buchenwald navraag te doen. Het antwoord is nooit gekomen. Wel werd op 30 mei een pakketje met de bezittingen van Aron vanuit het kamp naar de politie in Düsseldorf gezonden. Deze zorgde voor overdracht aan de Sicherheitspolizei in Amsterdam, die daarna voor een tweede keer bij de ouders voor de deur stond. De urn met as van Aron is, in tegenstelling tot de urnen van een aantal omgekomen kampgenoten, niet naar Amsterdam teruggezonden.

Op 22 mei 1941 werden Levie, Simon, Samuel en Salomon naar Mauthausen overgebracht. In dat kamp kwam Levie Zwarts,
24 jaar oud, op 9 oktober 1941 om het leven. Als ‘officiële' doodsoorzaak werd ‘endocarditis’ genoteerd. Simon en Salomon van Bever waren op 11 respectievelijk 12 augustus in de gaskamer van Slot Hartheim vermoord en hun broer Samuel was op 19 augustus in Mauthausen omgebracht.

Van het gezin Zwarts overleefde niemand de oorlog. Vader Abraham, moeder Sara en de zussen Betje en Heintje werden allen in vernietigingskampen van de naziʼs vermoord. Ook alle leden van het grote gezin Van Bever werden omgebracht.

Overlijdensbericht van Aron Zwarts in Buchenwald. Hij was overleden in het kampziekenhuis. Als gefingeerde doodsoorzaak werd longontsteking opgegeven.
Arolsen Archives