Verhaal

Luise Kautsky-Ronsperger

De niet-Joodse schoondochter van Luise Kautsky-Ronsperger wendde zich per brief op 8 juli 1942, na de aankondiging van het begin der deportaties, tot Seyss-Inquart, met het verzoek haar, haar schoonmoeder en haar twee dochters naar Zweden te laten vertrekken. De rijkscommissaris liet in reactie op het stuk aantekenen dat hij niet in de zaak geïnteresseerd was.
Dr. J. Presser, Ondergang: de vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 I (Den Haag 1965) na pagina 416.