Philip werd op zaterdag 22 februari 1941 opgepakt bij de razzia in de Jodenbuurt. Net als honderden andere Joodse mannen werd hij die dag in een open vrachtwagen naar kamp Schoorl gebracht en op 27 februari per trein naar Buchenwald. Van daaruit werden de mannen op 22 mei 1941 naar Mauthausen gedeporteerd. Op 3 oktober 1941 kwam een eind aan het jonge leven van de 21-jarige Philip. Het gefingeerde overlijdenstijdstip werd gesteld op 08.35 uur, de eveneens gefingeerde doodsoorzaak in het Dodenboek laat zich niet ontcijferen.
Philips ouders bleven kamers verhuren aan Joden tot zij zelf begin 1943 werden opgepakt en naar Westerbork werden gestuurd. Ze arriveerden daar op 6 februari 1943. Drie dagen later werden zij naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze direct bij aankomst werden vermoord. Oudste zoon Salomo zou een jaar doorbrengen in een werkkamp en kwam op 29 februari 1944 om het leven in werkkamp Gröditz.