Verhaal

Registratie Jodenregister.

De Jodenvervolging in België gaat na vijf maanden Duitse bezetting concreet van start in het najaar van 1940. In oktober 1940 wordt begonnen met het losweken van Joden uit het Belgische sociale leven. Alle Joden moeten daartoe eerst geregistreerd en gelokaliseerd worden. De Duitse bezetter heeft echter een groot administratief probleem: de Belgische wetgeving registreert nergens wie er van Joodse herkomst is.

De eerste Duitse verordening geeft daarom op basis van de biologische afstamming een definitie van wie als Jood moet worden beschouwd: ‘Iedere persoon die minstens drie Joodse grootouders heeft is Joods’. In twijfelachtige gevallen wordt al wie tot de Joodse godsdienstige gemeenschap behoort of had behoord, als Jood beschouwd. De personen die aan deze definitie beantwoorden, moeten zich laten inschrijven in een Jodenregister bij hun gemeente.’ In het totaal laten 42.642 Joden ouder dan vijftien jaar zich in hun gemeente inschrijven.

De Joden kunnen in 1940 niet vermoeden dat de Duitsers twee jaar later het Jodenregister zullen gebruiken om Joden op te sporen en te deporteren. De verordening van 1 juni 1942 bepaalt dat tijdens de avondklok de Joden zich op hun wettelijk adres moeten bevinden, zoals het genoteerd staat in het Jodenregister. Dank zij het Jodenregister weet de Sicherheitspolizei waar ze Joden tijdens nachtelijke razzia’s kunnen arresteren.

Bron - als voorbeeld:  http://users.telenet.be/holocaust.bmb/ned/Brandel.htm

Alle rechten voorbehouden