Eliazer Levisson
De jongste zoon Eliazer Levisson (*1918) is getrouwd met Roosje Polak. Eliazer was gesperrt omdat hij eigenaar was van een brood- en banketbakkerij aan het Afrikanerplein (hoek Joubertstraat). Roosje werkt bij haar man in de winkel. Begin januari 1942 doet Eliazer aangifte van een forse meeldiefstal. Eind januari 1942 doet Eliazer nogmaals aangifte dat zijn broodbesteller D. Santen er met een bedrag van f 117,78 is vandoor gegaan.[1] Enkele dagen later, op 2 februari 1942 doet hij nog aangifte van meeldiefstal in de zaak aan het Afrikanerplein.[2] Ze wonen in die tijd op de Blasisusstraat. In augustus 1942 trouwen ze in Haarlem en gaan ze boven de winkel aan het Afrikanerplein 5-I wonen.[3] Samen komen ze in Westerbork aan op 29-9-1943 (barak 60). Op 16-11-1943 worden ze op transport gesteld.[4]
[1] Gemeentearchief Amsterdam/Indexen/Politie dag- en nachtrapporten gem. Amsterdam, dd. 4-1-1942.
[2] Gemeentearchief Amsterdam/Indexen/Politie dag- en nachtrapporten gemeente Amsterdam, dd. 29-1-1942
[3] Haarlemsche Courant, 6-8-1942, Huwelijken
[4] Gemeentearchief Amsterdam/Indexen/Politie dag- en nachtrapporten gemeente Amsterdam, dd. 2-2-1942
Samenvatting deportatie Familie
Benjamin is de eerste die wordt opgepakt, Hij gaat op 15-7-1942 rechtstreeks via Amersfoort naar Auschwitz. Daarna volgen Jochebed, haar man Rudolf en haar ouders Israël en Frederika Levisson, die op 20-6-1943 in Westerbork aankomen. Op 29-6-1943 gaan ze op transport. Haar broer Mozes Levy met zijn vrouw Carolina Pagrach komen ’n dag later op 21-6-1943 aan in Westerbork en gaan ’n week later op 6-7-1943 op transport. Oudste zus Sara en haar man Manuel en broer Eliazer en zijn vrouw Roosje komen op 29-9-1943 aan in Westerbork. Eliazer en Roosje gaan op 16-11-1943 op transport, Sara en haar man gaan op 8-2-1944 op transport.