Biografie

Over Levie Cohen, zijn vrouw Saartje Pels en zijn drie zonen Isidor, Jacob Richard en Salomon.

Levie Cohen was één van de twaalf kinderen van de slager en veehandelaar Izaak Cohen en Elizabeth van Lier. Hij was in Rotterdam geboren op 9 November 1877 en was handelsreiziger van beroep.  Hij woonde thuis bij zijn ouders, totdat hij op 24 September 1902 in Rotterdam trouwde met de 24-jarige Saartje Pels, een dochter van Jacob Nathans Pels-van der Kamp en Rachel Hart. Zij was geboren op 25 Januari 1878 in Delfzijl en woonde met haar ouders in Rotterdam. Het echtpaar Cohen-Pels kreeg drie kinderen, t.w. Isidor op 8 Juli 1903, Jacob Richard op 21 November 1905 en Salomon op 2 Februari 1908.

Vermoedelijk is Isidor Cohen in het jaar 1925 of 1926 in het huwelijk getreden met Betje Nenk, een dochter van de slager Charle Nenk en Clara Pruikemaker, die geboren was in Arnhem op 31 Juli 1900. Het echtpaar Cohen-Nenk vertrok vervolgens naar Parijs waar op 5 November 1926 hun dochter Louise Lucienne werd geboren. Echter Isidor overleed op 24-jarige leeftijd in Rotterdam op 21 November 1927 en is op de Joodse Begraafplaats Toepad in Rotterdam begraven. 

Betje Cohen-Nenk en haar dochter Louise Lucienne werden eind Juli  vanaf hun woonadres Schieweg 254b in Rotterdam naar Westerbork afgevoerd en op 3 Augustus naar Auschwitz gedeporteerd. Bij aankomst zijn zij daar tewerkgesteld en daar op enig moment  om het leven gekomen, echter onbekend wanneer precies. Daarom is na de oorlog door het Nederlandse Ministerie van Justitie opdracht gegeven aan de Gemeente Rotterdam om voor Betje Cohen-Nenk en voor Louise Lucienne Cohen een overlijdensakte op te maken, waarin is vastgesteld dat zij beiden in Auschwitz op 30 September 1942 zijn overleden.

Levie’s jongste zoon Salomon trouwde in 1933 met de niet-Joodse Alida Ada Weeda, van wie hij in 1947 is gescheiden.  Verder is er van hem niets bekend. Maar Jacob Richard, de middelste zoon van Levie Cohen en Saartje Pels, is tijdens de oorlogsjaren overleden. Al in Februari 1924 werd hij opgenomen in het Sint Joris Gasthuis in Delft, waar bij verbleef tot 29 April 1925. Echter in December van dat jaar werd Jacob Richard Cohen opnieuw in het Sint Joris Gasthuis in Delft opgenomen waar hij vele jaren verbleef tot dat hij daar op 28 September 1942 overleed.

Levie’s echtgenote Saartje Pels overleed nog  vóór de oorlog op 18 Maart 1937 in Rotterdam. Zij werd op de Joodse Begraafplaats Toepad in Rotterdam begraven.  Haar man Levie Cohen werd enkele maanden na de dood van zijn vrouw Saartje op 19 November 1937 opgenomen in de Psychatrische Inrichting Maasoord in Poortugaal. Met nog diverse andere Joodse patiënten en/of onderduikers heeft Levie het grootste gedeelte van de oorlogsjaren daar doorgebracht.  Hij is daar echter een maand  vóór het einde van de oorlog op 5 April 1945 overleden.

Bronnen o.a. het stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Izaak Cohen, Levie Cohen, Isidor Cohen en Salomon Cohen (1908); huwelijksaktes uit Rotterdam voor Levie Cohen x Saartje Pels en Salomon Cohen x Alida Ada Weeda; geboorteakte Arnhem voor Betje Nenk; overlijdensaktes Delft voor Jacob Richard Cohen, uit Rotterdam voor Betje Cohen-Nenk en Louise Lucienne Cohen; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten voor Betje Cohen Nenk en voor Louise Lucienne Cohen en de website Joods Erfgoed Rotterdam/Maasoord.

Alle rechten voorbehouden