Elisabeth David, geboren op 14 Augustus 1893 in Rotterdam, was een dochter van Wolf David en Antonetta Andriessen. Zij trouwde op 6 Januari 1915 in Rotterdam met Isidore de Wind, koopman in ongeregelde goederen die op 18 Juli 1886 in Den Haag was geboren als zoon van Levy de Wind en Hanna de Jong. Het echtpaar kreeg één dochter, t.w. Hanna, die op 25 Maart 1916 in Amsterdam werd geboren.
Op 2 December 1915 vertrok het echtpaar De Wind-David naar Amsterdam waar zij een woning hebben betrokken in de Nieuwe Amstelstraat 21 en waar Isidore als handelsreiziger zijn brood verdiende. Verhuizingen volgden nog naar de Ferdinand Bolstraat 114, het Van der Helstplein 9 en in 1930 naar de Damstraat 34. Het huwelijk hield echter geen stand en op 9 Mei 1930 is in Rotterdam de echtscheiding uitgesproken. Hun dochter Hanna de Wind overleed in Amsterdam op 24 Mei 1941
Isidore de Wind hertrouwde vervolgens op 44-jarige leeftijd met de 46 jarige Henriette Polak op 20 Augustus 1930 in Rotterdam, een dochter van Jacobus Polak en Vrouwtje de Jong. Zij was geboren op 27 Juni 1884. Isidore, thans koopman in electrische artikelen, overleed in den Haag op 10 Juni 1939. Zijn weduwe werd op 16 October 1942 vanaf haar adres Spoorsingel 74b te Rotterdam vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij bij aankomst op 19 October 1942 direct in de gaskamers aldaar werd vermoord.
Ook Elizabeth David hertrouwde op 12 Maart 1931 in Amsterdam met Jacob Oppenheijm, die geboren was op 31 Juli 1890 als zoon van Jacob Oppenheijm en Rebekka de Vries, maar die eerder gehuwd en gescheiden was van Mietje Vrachtdoender. Elizabeth en Jacob woonden in Rotterdam maar verhuisden in 1940 naar de Plantage Franschelaan in Amsterdam en in 1941 naar de Nieuwe Prinsengracht 12 I. Voor zover bekend hebben Elizabeth en Jacob geen nageslacht gekregen.
In de laatste dagen van Mei 1943 werden in Amsterdam grote razzia’s door de Duitsers gehouden, waarbij Elizabeth Oppenheijm-David op 29 Mei 1943 in Westerbork terecht kwam en werd ondergebracht in barak 64. Wat er vanaf dat moment haar man Jacob Oppenheijm overkwam of waarvan hij beschuldigd zou zijn, is niet bekend. Maar wel bekend is dat beiden op 8 Juni op transport gesteld werden naar Sobibor – Elizabeth David als gevangene met het z.g. “normal transport” maar Jacob als strafgeval op straftransport, naar hetzelfde einddoel.
Het transport van 8 Juni 1943 omvatte in totaal 3017 gedeporteerden, inclusief het z.g. kindertransport uit Vught, wat eveneens via Westerbork naar Sobibor ging. Bij aankomst aldaar OP 11 Juni 1943 werden allen, waaronder ook Elizabeth Oppenheijm-David en Jacob Oppenheijm, onmiddellijk in de gaskamers van Sobibor vermoord. Er waren geen overlevenden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Isidore de Wind; Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Isidore de Wind, archiefkaarten van Elizabeth David, Hanna de Wind en Jacob Oppenheijm, de overlijdensakte 1941-register 7 nr. 137 voor Hanna de Vries-de Wind; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob Oppenheijm, Elizabeth Oppenheijm-David, Jesaja de Vries en Henriette de Wind-Polak; de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl en toevoegingen van bezoekers van de website.